21 AUGUSTUS 1978 1066 worden aangebracht. De heer De Lange ruikt succes en is vast van plan door te gaan tot de Raad van State. Nu komt het probleem van het raadslid om de hoek kijken. Moeten wij bepalen wat mooi of lelijk is? Daarvoor hebben wij toch onze diensten en com missies? U weet net zo goed als ik dat iets derge lijks bij het aankopen van kunstwerken ook speelt. Soms is het maar goed dat je daarvoor commissies hebt! Daar kun je je dan tijdelijk achter verschui len. Nu wordt mij echter persoonlijk gevraagd en dat kan volgens de weteen uitspraak te doen. Weet het raadslid zelf wat hij mooi of lelijk vindt? Nu heeft hij de bepalende stem en daarbij moet hij oppassen dat hij bij het doen van een dergelijke uitspraak de adviseurs niet op de tenen trapt. Van dit laatste mag geen sprake zijn in de voorlopige opstelling van mijn fractie. Wij zijn ervan overtuigd dat hier uitputtend getracht is te voorkomen dat het in de Hoge Vucht een chaos wordt. Dit is door allerlei door mij naar voren gebrachte argumenten doorkruist. Aan de hand van de volgende recapitulatie verzoek ik u dan ook in overweging te nemen de afgekeurde dakkapel voortaan als stan daard-model in soortgelijke situaties te hanteren. Wij zullen ons oordeel laten afhangen van de beant woording door het college van de volgende vragen: Hoe staan wij er bij voortgang van deze aan gelegenheid naar de Raad van State als bestuur van de gemeente Breda voor, met name wat betreft de vele overschrijdingen der domeinen? Betekent over schrijding van het domein tevens automatisch goed keuring van het bouwplan? Ik dacht toch van niet. Waartoe kan het toelaten en niet verwijderen van dakkapellen, gebouwd naar aanleiding van onjuist verschafte informatie, leiden? Vanuit welstandsoverwegingen wil ik de zaken nog even op een rijtje zetten. Vier soorten dakka pellen zijn reeds aanwezig, zowel aan de voor- als aan de achterzijde van de woningen: de aangevraag de soort die eventueel mag worden gebouwd als er medische of sociale nood blijkt te zijn, de twee

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1066