1067 21 AUGUSTUS 1978 soorten die welstand graag zou zien en de afgewe zen dakkapel van een meter. Mijn fractie wacht vooralsnog het antwoord van uw college op deze vragen af. De heer VEELENTURF: Onze fractie heeft in we zen niet zo veel moeite met dit voorstel. Op ver zoek van de commissie ruimtelijke ordening is het voorstel in de vergadering van 30 maart j.l. aan gehouden om te bezien of hernieuwd overleg tot een oplossing zou kunnen leiden. Dit overleg heeft blijkens de verslagen tot niets geleid. De heren De Lange en Massar zijn halsstarrig aan hun menin gen blijven vasthouden; hopelijk neemt u het mij niet kwalijk dat ik het volgende voorstel hierbij betrek, omdat het op hetzelfde niveau ligt. Vol gens de verslaggeving, die ter visie heeft gelegen, komt de houding van eerder genoemde heren nogal "stug" over. Zij handhaven hun eigen ideeën en gaan voorbij aan de door het college aangedragen alternatieven, alleen omdat in het verleden in de buurt afwijkende dakkapellen zijn gebouwd, zij het op grond van zogenaamde "valse voorlichting". Als de gemeente er eens "ingetuind" is, behoeft dat toch niet in te houden dat voor alle soortgelijke gevallen een vrijbrief is verleend? Dit wil niet zeggen dat wij tegen dakkapellen in het bijzonder en woningverbetering in het algemeen zouden zijn, maar door de raad zijn nu eenmaal bepaalde spelre gels vastgesteld en er moeten wel heel zwaarwegen de argumenten aanwezig zijn om daarvan af te wij ken. Dit neemt niet weg dat ook onze fractie enige vraagtekens zet bij het tijdsverloop van de onder handelingen en dat zij zich afvraagt hoe het moge lijk was dat afwijkende dakkapellen eerder in de wijk konden worden geplaatst. Wat bent u van plan daar tegen te gaan ondernemen? De heer Van Assel- donk heeft hier al uitvoerig over gesproken en ook wij wachten gaarne de reactie van de wethouder op de gestelde vragen af. Wethouder VAN DUN; Ik denk dat ik de raad

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1067