1069
21 AUGUSTUS 1978
mening kan verschillen, maar ik geef u nu het ad
vies van de dienst terzake.
Er is met de beide heren gesproken en daarbij
is een alternatieve mogelijkheid aan de orde ge
steld. De moeilijkheid is dat er meer aanvragen
liggen en dat andere betrokkenen akkoord zijn ge
gaan met het door openbare werken en welstand ont
wikkelde alternatief. Bij een eventuele afwijzing
door de raad van het onderhavige voorstel zou dus
een situatie van rechtsongelijkheid ten aanzien
van degenen, die in overleg met openbare werken
en welstand het alternatief hebben aanvaard, ont
staan. Dit punt zullen wij zeker in het oog moeten
houden
Er is gevraagd in hoeverre bij de ten onrechte
gerealiseerde dakkapellen van foutieve informatie
dan wel van valsheid in geschrifte kan worden ge
sproken. Ik weet het niet; ik heb het de afdeling
stedebouw gevraagd, maar men komt er niet uit om
dat wij de partij zijn die zal moeten bewijzen dat
er opzettelijk foutieve voorlichting is verstrekt.
Wij kunnen dit gewoon niet bewijzen. Er zijn dus
volstrekt ten onrechte dakkapellen gerealiseerd,
maar wij weten niet of daarbij opzet in het spel
is geweest. Er komen twee mensen bij ons die iets
soortgelijks willen laten maken, maar dan advi
seert welstand negatief. Bij herijking van de kant
van het college via de afdeling stedebouw blijkt
ook deze advisering negatief uit te vallen, ter
wijl anderen wél akkoord gaan met het door openba
re werken en welstand ontwikkkelde alternatief en
als zodanig ook een bouwvergunning zullen krijgen.
De heer Van Asseldonk wijst er terecht op dat het
hier om een duurdere uitvoering gaat, vandaar die
rechtsongelijkheid
Het is duidelijk dat wij eisen van welstand
op een bepaald moment ondergeschikt kunnen maken
aan sociale en/of medische indicaties. Dit naar
aanleiding van de vraag van de heer Paquaij in
dezen.
Wij blijven zitten met de dubieuze vraag wat