1071 21 AUGUSTUS 1978 twee betrokkenen in dat geval hun bouwvergunning nog steeds niet hebben en dat zal toch wel het punt zijn waar het hen om gaat. In deze wat hachelijke affaire verlaat het college zich in hoge mate op twee adviserende in stanties. Het heeft een bepaalde filosofie over de mate van vrijheid voor het ontwikkelen van nieuwe bouwvormen, het streeft naar rechtsgelijk heid en is op grond van het kosten- en bewijsvoe ringsaspect niet van plan tot een aanschrijving m.b.t. het afbreken van de bestaande dakkapellen te komen. Dit is "in a nutshell" de visie van het college die niet compleet kan zijn omdat het hier een bijzonder moeilijke aangelegenheid betreft. De heer PAQUAIJHet is ons ook wel duidelijk dat het een ingewikkelde affaire is.Het hangt er een beetje van af vanuit welk oogpunt je de zaak bekijkt.Ik heb in de Joseph Poelaertstraat een dak kapel gezien die naar voren en naar achteren over de gehele woning heen is gebouwd. Dit "onmogelijke ding", althans ten opzichte van hetgeen de heer De Lange wil realiseren, is met toestemming van de gemeente gebouwd. Ik zou graag van de wethouder vernemen hoe veel mensen in totaal om een bouwvergunning in dit kader hebben gevraagd. Voorts vraagt de federatie van fracties in dezen om hoofdelijke stemming. De heer VAN ASSELDONK: Er zit een aantal vaag heden in het antwoord van de wethouder. Natuurlijk kunnen wij niet weten waartoe het leidt als men doorgaat tot de Raad van State. Wij herinneren ons nog wel dat in een verslag over de kwestie-Floren stond dat raad en college klakkeloos adviezen had den overgenomen. Dat kwam pijnlijk over. Het ging toen met name om de commissie voor agrarische bouwaanvragen, vandaar ook dat onze fractie dit punt zo uitputtend heeft behandeld. De soepelheid van het college ten aanzien van de reeds gereali seerde dakkapellen juichen wij toe. De heer Van Duijl heeft daar het vorig jaar bij de behandeling

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1071