21 AUGUSTUS 1978
1078
besluiten die minder kostbaar waren. In de beteke
nis van al deze besluiten voor het welzijn van de
burgers kunnen zij heel moeilijk worden gekwalifi
ceerd
De raad is als hoogste bestuursorgaan in de
gemeente geroepen tot het nemen van besluiten.
Iedereen in deze raad zal het erover eens zijn dat
het geen "debating club" is, geen overlegorgaan
waar men min of meer vrijblijvend van gedachten
zou kunnen wisselen. Steeds blijft het uitgangs
punt dat de discussies in de raadsvergadering be
horen te worden gevoerd om een bijdrage aan een
juiste besluitvorming te leveren. Natuurlijk moet
er ruimte zijn voor allerlei ontboezemingen, maar
bij de behandeling van de agendapunten dient de
besluitvorming voorop te staan. Een enkele keer
valt het op dat een raadslid nogal veel tijd nodig
heeft om duidelijk te maken dat hij of zij het met
een voorstel eens is en er dus voor zal stemmen.
Een enkele maal gebeurt het dat men als collegelid
met angst en vreze een betoog aanhoort en zich al
neerlegt bij een "tegenstem", om dan toch aan het
einde de vreugde van een "voorstem" te mogen sma
ken. Ik waag het erop te stellen dat zeker niet
gezegd kan worden dat de overtuigingskracht van
een redevoering vergroot wordt door de lengte van
het betoog. Vaak is het tegendeel het geval; het
effect van een toespraak is dan omgekeerd evenre
dig met de lengte en recht evenredig met de kwali
teit en de bondigheid. Daarbij kan een rhetorische
constante worden ingevoerd die per spreekgestoelte
verschilt en uit allerlei factoren is samengesteld,
zoals de aanwezigheid van publiek, de aanwezigheid
van de pers, de temperatuur in de vergaderzaal, de
vaardigheid van de spreker, het aantal uren dat
men al vergaderd heeft, de vraag of er meer of
minder wordt gerookt alsmede de rolopvatting van
de voorzitter. Na deze "wijsheden" en mededelingen
wil ik u allen gaarne danken voor de bijdragen die
ieder op haar of zijn beurt en op haar of zijn ma
nier heeft geleverd. Ik heb al gezegd dat de