98 12 JANUARI 1978 komt, gaat men naar de mening van de V.V.D.-frac tie te ver. Desondanks hebben wij geen moeite met het ge vraagde krediet. Wèl zijn wij van mening dat de kredietbewaking binnen de dienst beter had moeten worden geregeld. Toen er bij de afdeling financiën vertraging optrad, had de wethouder daarover op zijn minst de commissie kunnen inlichten. De ver antwoordelijkheid ligt bij het college; men heeft dit kunnen dekken voor de toekomst, hetgeen mij van belang lijkt. Met het voorstel kunnen we ak koord gaan, maar we zouden er graag deze kantte kening bij willen plaatsen. Mevrouw PAULUSSEN: De heer Ten Wolde heeft al gezegd dat we bij deze kwestie in de commissie uitvoerig hebben stilgestaan. Het leek even alsof C.D.A.V.V.D.P.v.d.A. en P.P.R. het erover eens waren, maar jammer genoeg moeten we constateren dat door C.D.A. en V.V.D. toch een andere conclu sie wordt getrokken. Wat is hier aan de hand? De cijfers zijn in die zin gunstig gegroepeerd, dat er mijns inziens als ik goed heb geteld uiteindelijk in to taal een kredietoverschrijding van ongeveer 220.000,is. Weliswaar schrijft het college dat een bepaald bedrag bij het sociaal plan hoort en een andere bedrag weer ergens anders bijmaar het gaat voor 1977 uiteindelijk om 220.000, In de commissie hebben we gezegd dat dat neerkomt op een overschrijding.met vijf manjaren; dat be tekent nogal wat. Natuurlijk vinden wij het goed dat er een structuurplan tot stand komt, maar het is voor ons werkelijk onaanvaardbaar dat er in een organisatie zoals in deze gezamenlijke diensten geen kredietbewaking is en dat dit soort dingen kunnen vóórkomen. Wij vinden het onverantwoord en onaanvaardbaar dit krediet zo maar achteraf goed te keuren. Naar onze mening is het onjuist dat het college de raad of de commissie niet eerder heeft geïnformeerd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 98