1079 21 AUGUSTUS 1978 gemeenteraad in de afgelopen vier jaar een berg werk heeft verzet. Welnu, ieder van u heeft daar aan deelgenomen en daarvoor past een oprecht woord van dank, niet alleen van mijn kant als voorzit ter en burgemeesterdoch evenzeer van de kant van alle burgers voor wie u uw werk tenslotte heeft verricht. Speciaal wil ik mij nu richten tot de leden van de raad die op 5 september a.s. niet zullen terugkeren. Dat is allereerst de heer Geene. Hij was wel in de gemeenteraad gekozen, doch is kort geleden teruggetreden vanwege zijn vele werkzaam- en bezigheden. De laatste vier jaar was hij frac tievoorzitter, met alle zorgen van dien. Bovenal viel zijn belangstelling op voor bovengemeentelijke zaken en ik weet uit ervaring hoe moeilijk het is de aandacht, tijd en verantwoording voor gemeente lijke en bovengemeentelijke zaken op de juiste wij ze te verdelen. In zijn betoog van 23 maart '78 constateert hij stagnatie en het ontbreken van bereidheid tot samenwerking bij de oprichting van een hartkliniek in Breda. Ik hoop dat zijn vragen te dien aanzien nog in deze periode zullen kunnen worden beantwoord. De heer Geene heeft de laatste jaren erg veel misschien wel iets té veelvan zichzelf gevraagd. Toch zal het hem waarschijnlijk zwaar vallen hier afscheid te nemen, hetgeen dan wederzijds is. Fractievoorzitter Dees, in anciënniteit de tweede van de scheidende raadsleden, is zoals al gemeen gebruikelijk als jongere begonnen. Ik be doel hiermee te zeggen dat hij reeds als jongere politiek bedreef. Ook hij heeft het besturen hier geleerd en dat die school goed is geweest blijkt wel uit het feit dat hij thans een gewaardeerd Kamerlid is. Aan hem is nauwelijks te merken dat hij eigenlijk van oorsprong voor het apothekersvak heeft gestudeerd, ofschoon hij in staat is de be stuurlijke vijzel met zijn politieke stampers en opvattingen goed op smaak te brengen. Ik moge de behartiging van de Bredase belangen in Den Haag

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1079