12 JANUARI 1978
99
De heer VAN DUIJL: Mevrouw Paulussen lokt uit
dat ik in haar richting een opmerking maak. Zij
suggereert dat aan het eind de meningen uiteenlie
pen. Ik meen echter kortheidshalve wil ik mij
bij de woorden van de heer Ten Wolde aansluiten
dat we het wat uitgangspunt betreft wèl eens
zijn: de kosten moeten beter worden bewaakt en het
is moeilijk voor de raad dergelijke bedragen goed
te keuren. In wezen is hier een voldongen feit in
het geding, want 1977 is achter de rug en we kun
nen niet anders dat onze goedkeuring geven. Ook
van onze kant is een waarschuwing gekomen dat een
betere bewaking van de verleende kredieten en van
de kosten noodzakelijk is.
Wethouder VAN DUN: Als je de raad hoort, moet
je toegeven dat de gang van zaken niet zo best is
geweest. Voor een raad die zijn controlefunctie
wil waarmaken, wordt deze materie op een wat vreem
de manier ter tafel gebracht. Men kan eigenlijk
alleen maar "ja" zeggen, of iets anders, maar in
ieder geval is het niet best. Ik wil dat toegeven,
zoals ik dat ook in de commissie heb gedaan.
Het voert te ver de hele discussie in de com
missie te herhalen. Mijns inziens zijn er twee
dingen aan de orde, in de eerste plaats het inhou
delijke aspect van de overschrijding, waarbij de
vraag aan de orde komt of de overschrijding te
recht is en of er wel werk voor is geleverd. Naar
aanleiding van de woorden van mevrouw Paulussen
vraag ik mij in dit verband af of het wel om vijf
manjaren gaat. We moeten toegeven dat er in dezen
door nogal dure jongens wordt gewerkt.
Mevrouw PAULUSSEN: Zijn ze nog duurder.'?
Wethouder VAN DUN: Ze zijn lekker duur.' Om
tot manjaren te komen moet u het bedrag delen door
de kosten per uur en dan komt u niet altijd tot
dezelfde uitkomst. In ieder geval geloof ik dat
het grootste deel van de commissie en de raad het
erover eens is dat hier terecht uitgaven zijn