1004
23 AUGUSTUS 1979
nemen. Daarnaast moet straks uit de rekening nog
blijken hoe het precies uitpakt.
De gemeente heft drank- en horecabelasting
waarbij zij ten aanzien van de cafe's, zoals eer
tijds is afgesproken, aan de top zit. Ten aanzien
van de slijters zouden we het verschil langzaam in
lopen. Inderdaad gaat het om een relatief beschei
den bedrag ad 5.700,Ik geloof niet dat we
mogen zeggen dat er in Breda ongeveer 40 slijters
zijn en dat zij elk voor een kleine 150,wor
den "aangeslagen". Dat is niet helemaal waar, want
tot de belastingplichtigen behoren enkele zeer
grote bedrijven die meer dan de helft van deze be
lasting moeten opbrengen. De 40 slijters die dan
overblijven moeten gezamenlijk nog omstreeks
2.700,opbrengen, hetgeen neerkomt op een be
drag van 65,per bedrijf.
Ik kan hier heel lang over praten, maar ik heb
het idee dat de heer Van Asseldonk en ik het toch
niet eens zullen worden. Het college beveelt de
ter tafel liggende maatregelen aan en heeft trou
wens op dit ogenblik geen enkel alternatief be
schikbaar. Ik besluit derhalve met te zeggen dat
het college bij zijn voorstel persisteert.
De heer VAN ASSELDONK: De wethouder heeft het
goed aangevoeld: wij willen niet per se dwarslig
gen, maar we nemen gevoelsmatig een bepaald stand
punt in. De wethouder heeft erop gewezen dat er on
der de belastingplichtigen grote bedrijven zijn,
maar er blijft dan nog steeds een inkomensvermin
dering van 65,bestaan, die nergens op kan
worden verhaald. Naar aanleiding van de opmerking
van de wethouder dat er afspraken met de horeca-
sector zijn gemaakt, zou ik willen vragen of er
ook met de slijters iets is afgesproken. Ik kan in
ieder geval zeggen dat het hard aankomt als je
voor het nieuwe jaar met een duidelijke inkomens
vermindering rekening moet houden, terwijl de mees
te mensen toch enigszins de trend volgen. Het is
ons bekend dat het in middenstandskringen niet al