23 AUGUSTUS 1979 1007 van onze eigen opvattingen van cultuur, niet alleen willen spreken over de vraag hoeveel mensen en wel ke mensen aan de activiteiten deelnemen, maar in het bijzonder ook over de vraag of de groepen die tot nu toe bij het muziekonderwijs en het volgen van muziek niet aan de bak kwamen, er iets aan zul len hebben. Wij zijn van mening dat decentralisatie een goede zaak is, maar in het kader van decentralisa tie dient de centrale overheid door een voorwaar- denbeleid en subsidiemogelijkheden te bewerkstelli gen dat de lagere overheden hun taak kunnen vervul len. Wij menen echter dat ten aanzien van een sub sidieregeling als de onderhavige een afweging tegen andere uitgaven in de cultuursector nodig is, dat de bijdragen van het rijk en de provincie van zeer groot belang zijn en dat tijdig een afweging met voldoende alternatieven moet kunnen plaatsvinden. In deze geest dienen wij een motie in, waarbij we graag het antwoord van de wethouder afwachten. De heer Paquay dient de navolgende motie in "De gemeenteraad van Breda, in vergadering bijeen op 23 augustus 1979, - kennis genomen hebbende van diskussies over voorstel van B W ten aanzien van een ge meenschappelijke regeling ter zake van het Brabants Orkest (bijlage 227); - overwegende dat: a. voor een juiste beoordeling van een rege ling als de onderhavige een afweging te gen andere zaken in de kultuursektor no dig is; b. bij een regeling als deze de bijdragen van het rijk en de provincie van belang zijn; c. een afweging tijdig en met voldoende al ternatieven moet kunnen plaatsvinden; verzoekt het kollege: 1voor een volgende voortzetting van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1007