1012 23 AUGUSTUS 1979 het behoort inderdaad tot de verantwoordelijkheid van het college dit tijdig in de commissie en in de raad te signaleren. Onder 2. wordt gevraagd om een notitie vóór augustus 1980, waarin aangegeven wel ke mogelijkheden er zijn om de subsidie aan een maximum te binden. Ik heb daar geen moeite mee; misschien heb ik wel bezwaren tegen het maximalise ren op zichzelf, maar er is niets tegen dat er een notitie wordt samengesteld waarin de mogelijkheden worden aangegeven. Uit de notitie zou voorts moe ten blijken "welke andere zaken in de kultuursek- tor in kompetitie met deze subsidie kunnen worden gebracht". In wezen komen natuurlijk alle uitgaven posten in aanmerking, maar aan de andere kant kun je redeneren dat op provinciaal niveau een stad als Breda aan de instandhouding van bepaalde culturele activiteiten moet meedoen en in dat verband kun je dan bepaalde uitgaven naast elkaar zetten. Met punt 3. van de motie heb ik enige moeite. Mijn bezwaren richten zich niet zo zeer tegen de intentie van wat er staat. De raad kan weten dat juist Breda daarover is begonnen en dat we er al les aan doen om tot een bevredigende financiële re geling te komen. Ik zou echter de indieners willen vragen de zinsnede "op basis van de nota orkesten- bestel" te schrappen, omdat handhaving ervan mij in een onmogelijke situatie zou brengen. Wanneer je een gesprek wilt voeren, moeten anderen bereid zijn naar je te luisteren. Worden wij echter uit genodigd met het rijk op basis van de nota orkes- tenbestel te gaan praten, dan kunnen we één keer een poging doen, maar zal de minister niet bereid zijn op basis van die nota een gesprek aan te gaan. Zojuist heb ik een brief van de minister van C.R.M. aan de Kamer op mijn bureau gekregen de brief is gedateerd op 27 juni van dit jaar, maar wethou ders krijgen zoiets altijd wat later! waarin duidelijk wordt aangegeven dat de minister op zijn minst met een tweetal hoofdlijnen van de nota or- kestenbestel niet akkoord gaat. Zij zal met andere voorstellen komen die nog nader moeten worden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1012