1022 23 AUGUSTUS 1979 er absoluut te gehaast wordt gehandeld. Er kunnen heel wat negatieve dingen over het sportfondsenbad worden vermeld, maar ik wil ook wijzen op de laat ste zin van het Bouwcentrum, die als volgt luidt: "Samenvattend kan worden geconcludeerd dat uit tech nisch oogpunt het zwembad nog lange tijd op een behoorlijk niveau kan worden gehandhaafd.Ik vraag mij daarom af waarom er zo'n haast wordt gemaakt. Ik vind het volstrekt niet verantwoord om nu zo overhaast een beslissing te gaan nemen. Ik wil nog op een ander punt ingaan, namelijk de recreatieve waarde van het sportfondsenbad. Op dit moment ik geloof de wethouder graag op dat punt is die zeker niet optimaal. Ik denk echter dat het sportfondsenbad meer de gelegenheid moet worden gegeven zijn recreatieve waarde aan te to nen; naar mijn mening moet die nader worden beke ken. Men heeft nota bene veertien dagen de gelegen heid gekregen, nadat men een brief van de dienst jeugd en sport had ontvangen, om aan te tonen wel ke recreatieve waarde het bad heeft en welke moge lijkheden aanwezig zijn. Men kreeg daarvoor dus slechts veertien dagen de tijd, terwijl het hier bij gaat om één van de belangrijkste argumenten voor sluiting van het bad. Ik heb het antwoord van het sportfondsenbad niet aangetroffen, maar ik heb het idee dat er nog wel het een en ander kan worden aangepast opdat aan de recreatieve waarde nog wat meer gestalte kan worden gegeven. Ik denk dat er pas dan een goede afweging kan worden gemaakt. Ik wil ook iets zeggen over het punt van het schoolzwemmen en tevens iets over de exploitatie van het bad, één van de belangrijkste aspecten er van. Bij het opstellen van het programma van eisen voor het nieuw te bouwen zwembad is uitgegaan van een beperking van het schoolzwemmen. Voor het beha len van een aantal zwemdiploma's is namelijk een andere accommodatie nodig; de diepte is te gering en er is geen duikplank aanwezig. Vermoedelijk zal derhalve dat bad ook voor het schoolzwemmen niet zo geschikt zijn. Uit de notitie van de afdeling

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1022