1036 23 AUGUSTUS 1979 te horen dat de mogelijkheden welke in dit voorstel zijn aangeduid niet meer van kracht zijn. Het lijkt mij erg duidelijk dat de raad dan opnieuw moet af wegen of hij nog steeds van mening is dat het bad in de Vierwindenstraat moet worden gesloten. Zo ligt het en naar mijn gevoel is dat erg simpel. Toen duidelijk werd welke de kosten van de Vierwindenstraat op de langere termijn zouden wor den hebben wij bezien of binnen ongeveer dezelfde kosten zou kunnen worden gekomen tot een bad dat betere gebruiksmogelijkheden voor Breda zou geven. Het lijkt mij van belang dit uitgangspunt in de richting van de stad nog eens te onderstrepen, want ook daar zijn misverstanden ontstaan. Wij bouwen niet omdat wij nog ergens een bedrag van 2,7 miljoen hebben liggen, waarbij dat bad in competitie zou kunnen komen met bijvoorbeeld een ijsbaan, om een suggestie die Ballangrud heeft ge daan te noemen. Als wij 2,7 miljoen op tafel leggen kan alleen vervanging de bedoeling zijn met om en nabij dezelfde exploitatielasten. Het zal dan dus niet gaan om een plotselinge uitbreiding van de voorzieningen, want die kunnen wij ons op dit moment in die richting zeker niet permitteren. De heer Brooimans heeft aandacht gevraagd voor voorzieningen voor bejaarden en invaliden. Dit punt is als een hard gegeven in het programma van eisen opgenomen en wij kunnen daar nu niet onderuit. Er is ook gevraagd of voor een bedrag van 2,7 miljoen inderdaad een bad kan worden ge bouwd. Wij hebben een aantal complete turnkey-pro- jecten tegen die prijs aangeboden gekregen, waar van verschillende ter visie zijn gelegd. Wij hebben de exploitatiekosten bezien en ik kan zeggen dat er een opzet is gemaakt die volkomen gelijk is aan die voor de sportfondsenbadendus ook aan de opzet voor de Vierwindenstraat. Er is gepraat over afnemende bezoekersaantal len, stijgende lasten et cetera, maar die gelden in beide gevallen wanneer de belangstelling voor het overdekt zwemmen daalt, het schoolzwemmen in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1036