23 AUGUSTUS 1979 1041 De Vierwindenstraat weet vrij duidelijk in welke richting wij al een hele tijd denken. Dit is schriftelijk bevestigd, maar er zijn ook vele ge sprekken gevoerd, zodat men niet alleen naar de da ta op de brieven moet kijken. De Vierwindenstraat heeft die suggestie ook eigenlijk nooit als een serieuze mogelijkheid naar voren gebracht. Ik meen dat de kosten welke daaraan verbonden zouden zijn aan dat gebouw niet meer moeten worden gemaakt en ik meen ook dat de Vierwindenstraat en wij het daarover feitelijk eens zijn; die mogelijkheid is ook niet meer nader onderzocht. Verder heeft de heer Martens nog eens nadruk kelijk de voordelen van gemeentelijk beheer aange geven, hetgeen kennelijk door alle fracties wordt onderschreven De heer VAN ASSELDONK: Dat hebt u dan verkeerd begrepen, want in mijn verhaal heb ik daarover niet gesproken. Wethouder WELSCHEN: Ik zei "kennelijk", De heer VAN ASSELDONK: U slaagt er goed in om politiek om de antwoorden heen te draaien! Wethouder WELSCHEN: Mijn uitspraak dient dus enigszins genuanceerd te worden uitgelegd. Ik hoor overigens in tweede termijn van de heer Van Assel- donk wel hoe hij hierover denkt. De heer Van Assel- donk heeft dit punt niet aangeroerd, maar in het preadvies is er wel beargumenteerd iets over ge zegd. Ik ging ervan uit dat hij daarmee niet zo veel problemen zou hebben. Ik kom thans tot de vragen van de heer Garrit- sen waarvan ik er enkele uit wil pikken. Ik neem aan dat de heer Garritsen dat niet erg zal vinden, daar hij erg veel detailvragen heeft gesteld. Hij meent dat er sprake was van een merkwaardige gang van zaken tussen de vorige raadsvergadering en de ze. De vorige keer is duidelijk geworden dat een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1041