23 AUGUSTUS 1979
1045
De heer VAN ASSELDONK: Als het college in mijn
ogen ooit een gekke draai heeft gemaakt dan doet
het dat nu toch wel. In de motie wordt gesproken
over voorgenomen sluiting en wij hebben zojuist
vastgesteld dat het principe-besluit helemaal nog
niet inhoudt dat het zwembad al of niet wordt ge
sloten. De heer Welschen heeft zelfs duidelijk ge
zegd dat wij op één tour zitten, maar niettemin
neemt het college de motie over. Naar mijn oordeel
wordt hiermee een beetje over de motie heen gele
zen en wordt zij omwille van alle liefde maar over
genomen, wat mij zeer tegen de borst stuit. Voorts
wijs ik erop dat er sprake is van een zwembad in
Breda met een exploitatietekort en daarom is het
natuurlijk een farce anderen te verzoeken hun zwem
bad open te gooien, waardoor wij ons exploitatie
tekort nog wat kunnen laten oplopen. Daarbij is be
kend dat de Bredase zwemverenigingen reeds in over
leg zijn en goede contacten hebben met de K.M.A.
en ik verzoek daarom de P.v.d.A. het beter te doen
dan het college en de motie in te trekken, want
het is een motie die kant noch wal raakt.
Over het antwoord van de wethouder kan ik vrij
kort zijn. Ik meen dat deze wethouder snel heeft
bijgeleerd, al is het ook mogelijk dat hij altijd
al zo is geweest. In ieder geval was hij vroeger
altijd zeer duidelijk ik herinner mij nog de
milieudebatten terwijl hij er nu in slaagt met
enkele woorden bijvoorbeeld te zeggen wat een groot
deel van deze raad niet heeft gezegd, waarbij ik
met name denk aan de stelling dat zwembaden het
beste in gemeentelijk beheer kunnen zijn. Diverse
fracties hebben dat helemaal niet betoogd, maar de
wethouder had dat misschien wel graag gehoord, om
dat dit een stokpaardje van zijn partij is. In de
besloten vergadering waarin over het zwembad werd
gesproken heb ik gelukkig van de wethouder de in
formatie verkregen dat wij op één noemer zaten.
Ook nu zitten wij op één noemer en vandaar ook dat
wij het principe-besluit zullen steunen. Ik teken
echter nogmaals aan dat enige zorgvuldigheid van