23 AUGUSTUS 1979 1047 waarbij ik bijvoorbeeld denk aan het schoolzwemmen, ten aanzien waarvan een stuk van de afdeling onder wijs ter visie heeft gelegen. De discussie daarover is gaande en ik heb gevraagd welke de visie daarop zal zijn, maar daarop heb ik geen antwoord ontvan gen. Vervolgens heb ik gesproken over een mogelijk heid voor het sportfondsenbad om aan te tonen dat het bad geschikt kan worden gemaakt voor recreatief gebruik, waarbij ik erop wees dat men daarvoor nu maar veertien dagen de gelegenheid heeft gehad. De reactie van het sportfondsenbad heeft niet ter vi sie gelegen, terwijl die toch vrij wezenlijk is. De kritiek die ik naar voren heb gebracht blijft voor mij nog gewoon overeind staan. Ik ben van oordeel dat wij dit principe-besluit nu niet moeten nemen. De wethouder heeft gezegd dat er met de SpAR gemakkelijk overleg kan worden gepleegd en ik vraag mij af waarom dat dan niet voorafgaande aan het nemen van het principe-besluit is gebeurd. Verder heeft de wethouder nog opgemerkt dat de sec tie zwemmen zich voornamelijk bezighoudt met de verenigings- en de wedstrijdsport, maar ik meen dat het de taak van de SpAR is het hele sportgebeu ren in de gemeente te beoordelen. Ik vind het daar om wat merkwaardig dat de SpAR een en ander uit de krant moest vernemen, terwijl de wethouder pas daarna de SpAR via een briefje heeft meegedeeld dat er nog duidelijke afspraken moeten worden ge maakt over de wijze en het tijdstip waarop hij hier bij zal worden ingeschakeld. Naar mijn mening is dat verbijsterend, zeker gezien het feit dat de SpAR over alle belangrijke zaken op dit terrein normaliter om advies wordt gevraagd. Ik wil verder nog iets zeggen over het gebruik van het bad. De wethouder doet het voorkomen alsof het instructiebad wel kan worden weggeschoven om in de plaats daarvan het grote bad wat dieper te maken, maar zo gemakkelijk ligt dat niet. Er ont staan dan weer problemen voor het schoolzwemmen, daar men dan met twee groepen amper uit de voeten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1047