23 AUGUSTUS 1979 1053 In de richting van de heer Van Asseldonk wil ik nog iets zeggen over de kwestie van het gemeen telijk beheer. In eerste termijn wees ik er al op dat hij daarop niet had gereageerd, hoewel daarover uitdrukkelijk iets in het voorstel is vermeld. Ik leidde daaruit af dat hij daarmee geen problemen zou hebben. Overigens meen ik dat dat ook consis tent zou zijn, gelet op de opstelling in het verle den. Ik ben er blij om dat de heer Brooimans na mens de C.D.A.-fractie heeft meegedeeld dat die fractie alle reden ziet om het licht op groen te zetten. Hij zal de ontwikkeling nauwlettend volgen, maar hij kan ervan verzekerd zijn dat geen der le den van de commissie jeugd en sport de kans zal krijgen die ontwikkeling niet nauwlettend te vol gen. Wij zullen echt alle ontwikkelingen zo snel mogelijk in de richting van de commissie dirigeren en daar ter discussie aanbieden. Nogmaals wil ik stellen dat er geen misver stand over dient te bestaan dat het, wanneer wij in deze richting verder koersen, om een sober bad zal gaan. Ook in de stad dient men voor wat dat be treft geen al te hoge verwachtingen te hebben. Het bad kan niet zo duur worden als men wellicht wenst, maar ik meen dat de stemming zodanig zal uitvallen dat er wel in de richting van een nieuw bad zal worden voortgegaan. De heer EISSENS: Het is nog niet bekend of het college de gewijzigde motie wil overnemen. Wethouder WELSCHENIk heb dat inderdaad nog niet meegedeeld, maar ik meen mede namens de ove rige collegeleden te kunnen zeggen dat de wijziging geheel past in het beleid dat is gevoerd. Zojuist heb ik al gewezen op de binnenstadsbesluiten, waar in onder andere is gesteld dat moet worden gepro beerd meer gebruik te maken van de militaire moge lijkheden. Zelfs los van de sluiting van het bad in de Vierwindenstraat zou dit misschien al een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1053