23 AUGUSTUS 1979
1057
De heer VAN DE STEENOVEN: Met verschillende
opmerkingen van de heren Van Dun en Ten Wolde ben
ik het niet eens. In de eerste plaats vind ik het
onjuist om te stellen dat het licht wel op groen
kan worden gezet daar het hierbij gaat om een par
ticulier initiatief. Als overheid hebben wij de
plicht voor alle gebieden, of de grond nu particu
lier eigendom is of niet, een bestemmingsplan te
maken welk bestemmingsplan op doelmatigheid moet
worden getoetst en dat tevens moet worden getoetst
aan de beleidsuitgangspunten welke wij zelf voor
het ruimtelijk beleid hanteren. Ik vind dat dan
niet kan worden volstaan met het argument dat het
om particulier initiatief gaat.
De heer TEN WOLDE: Als de heer Van de Steen
oven goed zou hebben geluisterd zou hij weten dat
ik niet alleen daarop doelde. Ik heb ook gezegd dat
deze invulling door ons wel degelijk is getoetst
aan het ruimtelijk beleid ter plaatse.
De heer VAN DE STEENOVEN: Ik was ook nog niet
uitgepraat.
Verder heb ik van de heren Van Dun en Ten Wol-
de gehoord dat zij dit plan goed vinden omdat er
grote behoefte zou bestaan aan de bouw van grotere
en luxere woningen. Gezien het feit dat er in Bre
da zeer weinig ruimte aanwezig is voor het bouwen
van eigen woningen, vraag ik mij af waarom men wil
toestaan dat op een betrekkelijk groot terrein zo
weinig woningen worden gebouwd. Op zichzelf vind
ik het niet zo'n slechte zaak in onze partij
wordt daarover overigens verschillend gedacht
dat er ook mogelijkheden voor koopwoningen worden
geschapen, maar de ruimte daarvoor dient dan wel
efficiënt te worden benut. Op een kavel van 750 m2
kunnen ook twee woningen op een leuke manier worden
gebouwd en ik vraag mij dan ook af waarom dat niet
gebeurt. Nu zullen maar ongeveer twintig mensen aan
een woning worden geholpen, terwijl met hetzelfde
terrein veertig of vijftig mensen zouden kunnen