15 FEBRUARI 1979 105 aangekondigde motie willen steunen. Overigens vind ik het jammer dat de naam van de initiatiefnemer van de motie in de commissie, een ambtenaar, niet kan worden vermeld. De VOORZITTER: Wij zullen in het reglement van orde eens naar mogelijkheden zoeken! De heer TEN WOLDE: Ik heb de discussie in de commissie wel enigszins gevolgd, maar ik word hier nu plotseling voor geplaatst omdat de heer Suur- meijer ziek is geworden. Ik verbaas mij een beet je over deze discussie in de raad, niet zozeer over de woorden van de heer Goos als zodanig, maar over het argument waarmee men dit nu plotseling opzij wil zetten: het is duur en er staan weinig rendementen tegenover. Naar mijn mening gaat het om een heel andere kwestie, namelijk om het wel of niet kiezen voor infrastructurele voorzieningen in de richting van Breda. Als wij niet willen meegaan met een toekomstige kortsluiting van het Mark- en Wilhelminakanaal met de Amer dan wordt daarmee een definitieve streep gezet door toekomstige mogelijk heden die wellicht een belangrijke input zouden kunnen bieden voor industriële voorzieningen. Het gedeelte naar de Amer wordt niet voor niets aange legd, dat heeft te maken met voorzieningen ten be hoeve van de industrie en de conclusie van de heer Goos dat ook wij bereid zouden zijn de motie te ondertekenen moet dan ook als wat voorbarig te worden beschouwd. Ik zou met name aan de wethouder van economische zaken willen vragen wat dit. voor de toekomst betekent, mede tegen de achtergrond van de omstandigheid dat de scheepvaart in de toe komst een belangrijke transportvoorziening kan worden. Als wij daartegen op dit moment "neen" zeggen vind ik dat een zeer principiële uitspraak. Tegen deze achtergrond willen wij graag beoordelen of wij wel of niet met de aangekondigde motie kun nen meegaan. Wethouder VAN DUN: Mede namens collega

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 105