1064
23 AUGUSTUS 1979
tot beperking van de omvang van de stadgewestraad.
Het is vermoedelijk voor iedereen duidelijk dat de
huidige omvang onwerkbaar is.
Uit punt 6.4 van uw voorlopige conclusie heb
ik begrepen dat wij over de vorm waarin een eventu
ele verantwoordingsplicht moet worden gegoten ver
der nog zullen praten.
De heer TAKS: Op 19 februari van dit jaar
heeft de raad aan de hand van een notitie van het
college van gedachten gewisseld over de reorganisa
tie van het binnenlands bestuur, in het bijzonder
over de regeringsplannen met betrekking tot de pro
vinciale herindeling. De bestuursstructuur van het
Stadsgewest Breda is daarbij slechts terloops aan
de orde geweest en wel in deze zin, dat met de tot
standkoming van een provincie-nieuwe stijl West-
Brabant ook het probleem van de bestuursstructuur
van het Stadsgewest zou worden opgelost. Er is dan
namelijk een democratisch gekozen provinciaal be
stuur en het Stadsgewest in de huidige opzet houdt
dan op te bestaan. Zoals blijkt uit het kort gele
den gepubliceerde concept voor een nieuwe wet op
de Gemeenschappelijke Regelingen gaan de regerings
plannen ervan uit dat de ordeningstaken van de pre-
gewesten overgaan naar het provinciale niveau, zo
dat alleen de bovengemeentelijke verzorgingstaken
behartiging op het regionale niveau behoeven. Voor
deze taken kan worden volstaan met een lichte in
tergemeentelijke hulpstructuur, waarbij democrati
sche politieke controle minder noodzakelijk lijkt
dan bij het huidige Stadsgewest met zijn tamelijk
vergaande bevoegdheden op het gebied van planning
en ruimtelijke ordening. Bij een dergelijk, qua ta
kenpakket gekortwiekt, stadsgewest, zou naar onze
opvatting met een beperkte aanpassing van de be-
stuursopzet kunnen worden volstaan. Het huidige
Stadsgewest dat in deze zware vorm nog geruime tijd
zal blijven functioneren behoeft evenwel een meer
ingrijpende aanpassing. Het ziet er wel naar uit
dat de regering zal vasthouden aan haar
