23 AUGUSTUS 1979 1071 provinciën gaat spelen zal dit speciaal in Brabant nog een geweldige tegenstelling oproepen, maar daarnaast meen ik dat er nog een aantal problemen zal overblijven welke met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid niet zullen worden opgelost. Als men voorstander is van een regionale aanpak van besturen en als men tegelijkertijd de vierde be stuurslaag in alle toonaarden verwerpt, zou dit kunnen betekenen ik zeg dit met de grootst moge lijke voorzichtigheid dat men met het tot stand brengen van zeventien provinciën de regionale pro blematiek niet oplost. Het is mogelijk dat een in schuiving van de regionale problematiek naar de provinciën toe bij een aantal van zeventien provin ciën ik zeg daarover verder niets geen op lossing van de regionale problematiek brengt. In aansluiting daarop zal er worden gekomen tot een sterk gewijzigde wet op de Gemeenschappelijke Re gelingen, volgens welke zogenaamde hulpstructuren ontstaan en de mogelijkheid blijft bestaan verzor gingstaken door die hulpstructuren te laten ver vullen, terwijl zij dit schrijft de heer Wiegel ook weinig of geen ordeningstaken zullen krijgen. Hiermee hebt u ongeveer het beeld zoals dat voor de nabije toekomst wellicht kan worden verwacht, al durf ik dat bijna niet te zeggen aangezien men hiermee al jaren bezig is. Ik heb vanmorgen nog mogen vernemen dat er binnenkort een extra congres van de V.N.G. over dit onderwerp zal worden gehou den. Hierover wordt nog zwaar gedicussieerd en de opvattingen van de V.N.G. zijn ons wel bekend. Ik weet nog niet waarop een en ander in de komende maanden zal uitdraaien. Consequenties voor het Stadsgewest zijn zonder de minste twijfel dat het zich toch moet bezinnen op de bestuursstructuur, waarbij zo ver mogelijk moet worden gegaan in de richting van een afspiegeling van de bevolking. Een democratische opzet van het Stadsgewest moet in alle toonaarden worden bevorderd, maar alles moet wel steeds worden gezien in het licht van de landelijke maatregelen, zowel voor wat betreft de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1071