1072
23 AUGUSTUS 1979
reorganisatie van het binnenlands bestuur als met
betrekking tot de wijziging van de wet op de Ge
meenschappelijke Regelingen.
Het voorgestelde omtrent de kwaliteitszetels
is mijns inziens een goede zaak, want daardoor kan
het aantal leden van de stadsgewestraad vrij aan
zienlijk worden teruggebracht. Hieraan zit echter
één vrij grote moeilijkheid, ook voor het Stadsge
west. Door het zetten van een dergelijke stap wordt
het aantal vertegenwoordigers van met name de klei
ne gemeenten van drie naar twee teruggebracht, wat
natuurlijk voor die kleine gemeenten erg moeilijk
te verteren is. Dit leidt ertoe dat een dergelijke
wijziging erg moeilijk zal kunnen worden doorge
voerd aangezien het besluit daartoe met algemene
stemmen moet worden genomen.
Op het vetorecht behoef ik in feite niet in
te gaan. Bij model 3 blijft het bestaan en gelet
op de sfeer in de diverse gemeenten, öök in de ge
meente Breda, meen ik dat men er inderdaad voor
stander van is dat vetorecht nog niet af te schaf
fen. Met mevrouw Muntjewerff ben ik het overigens
eens dat pleiten voor model 5 en pleiten voor hand
having van het vetorecht twee dingen zijn die ei
genlijk niet in één adem kunnen worden genoemd.
Over de verantwoordingsplicht is zowel door
mevrouw Muntjewerff als door de heer Taks gespro
ken. In ons stuk hebben wij daarover gesteld dat
ik zeg dat met nadruk naar onze mening hier
en in de commissie algemene zaken over zaken be
treffende het Stadsgewest op een andere wijze zou
moeten worden gesproken. In de conclusies leest u
dat de uitwerking daarvan in de regeling bepaald
nog niet is uitgedacht. Het college van burgemees
ter en wethouders hecht er waarde aan dat in gemeen
overleg een systeem wordt bedacht, waarbij over za
ken van het Stadsgewest vanuit de Bredase situatie
kan worden gediscussieerd. Ik moet de heer Taks
zeggen dat wij nog niet precies weten hoe dat zou
moeten gebeuren, maar het lijkt voor de hand te
liggen dat daartoe wel middelen zijn te vinden.