1076 23 AUGUSTUS 1979 waarin ik de procedure met betrekking tot die nota inzake het politiebeleid nog eens heb uiteengezet. Er zijn duidelijke afspraken gemaakt waaraan wij ons houden. Hoe u uw verhaal in het kader van dit agendapunt meent te kunnen verdedigen is mij eniger mate een raadsel, maar ik zal daarover verder niet in beoordeling treden. Overigens stel ik u voor dit agendapunt ver der als afgehandeld te beschouwen. De heer GARRITSEN: Ik heb er toch problemen mee dat het politiebeleid nooit dit is niet al leen mijn kritiek, want die kritiek wordt ook door de politiebonden zelf geuit echt zinnig ter dis cussie wordt gesteld; er zijn bijna geen aangrij pingspunten om greep op het beleid te kunnen krij gen. Bij de begrotingsbehandeling heb ik geprobeerd er wat meer zicht op te krijgen, maar het is mij niet gelukt van de kant van het college daarover meer te horen. Bij de behandeling van de begroting van de politie kwam niets aan de orde dat een stuk beleid aangaf. Er staat mij dan ook niets anders te doen dan deze zaak nu aan te zwengelen. Inder daad heb ik een brief ontvangen waarin is gesteld dat er een nota over het politiebeleid komt, maar ik vind het merkwaardig dat wij daar zo lang op' moeten wachten. Mijns inziens dient het politiebe leid veel doorzichtiger te zijn, ook naar buiten toe. Het agendapunt waarover wij nu spreken heeft daarmee ook duidelijk te maken, aangezien het daar bij gaat om de inzet van honden, waarbij ik de grootst mogelijke twijfels moet plaatsen; het is voor mij de vraag of er inderdaad honden moeten wor den ingezet. Ik kan niet overzien hoe deze honden worden ingezet, al heb ik er wel eens wat verhalen over gehoord die ik nu echter niet te berde wil brengen. In ieder geval sta ik er wel kritisch te genover. De VOORZITTER: Ik begin ernstig te betwijfe len of u de brief wel goed hebt gelezen, want u

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1076