1080 23 AUGUSTUS 1979 uitsluitend gaat over controle en politiemaatrege len. De problematiek zit uiteraard veel dieper en de oplossing ervan wordt hiermee ook niet aangedra gen, maar toch menen wij dat er thans maatregelen worden voorgesteld die de moeite waard zijn. Naar wij hopen en verwachten kunnen zij vrij snel wor den uitgevoerd. Wij weten allemaal dat op de zuide lijke en noordelijke rondweg omvangrijke ongelukken gebeuren en alles wat kan worden gedaan om die te beperken dient te geschieden. Ik ben er blij om dat u zich hier positief tegenover opstelt. De heer GARRITSEN: Ik meen dat ik op mijn vraag nog geen antwoord heb gekregen. De VOORZITTER: Daar hebt u gelijk in. De heer TEN WOEDE: Hoe moeten wij de constate ring van de minister plaatsen in het licht van het feit dat hij in de richting van het comité heeft opgemerkt dat hij in de periode waarin de huidige situatie blijft voortbestaan voor alle mogelijke beveiligingen zijn actieve medewerking wil verle nen? Ik wil het college verzoeken de minister nog eens aan die uitspraak te herinneren en het verzoek opnieuw onder zijn aandacht te brengen. Wethouder VAN DUN: Ik heb de indruk dat er enige spraakverwarring ontstaat. Inderdaad heeft de minister tot mijn grote vreugde tegen het college van burgemeester en wethouders en tegen het actie comité gezegd wat de heer Ten Wolde zojuist naar voren bracht. Mondeling heeft de minister toegezegd dat hij een onderzoek zou doen instellen inzake de snelheid van 70 km per uur en wij hebben die toe zegging bij brief bevestigd. Bij nader inzien heeft de minister ons verzoek afgewezen en wij hebben daarna opnieuw een verzoek gedaan. De minister heeft vervolgens advies gevraagd van de H.I.D. Rijkswaterstaat en deze heeft ons in een gesprek laten weten dat hij negatief zou adviseren. Voorts

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1080