1092 13 SEPTEMBER 1979 het gebed uit, waarvan de tekst is opgenomen in ar tikel 15 van het reglement van orde voor de verga deringen van de gemeenteraad. Hij spreekt hierna als volgt: Dames en heren. Ik heet u hartelijk welkom. Er is één bericht van verhindering ontvangen en wel van de heer Van Asseldonk. Het is u inmiddels al bekend dat mij een twee tal interpellatieverzoeken heeft bereikt. Eén ver zoek is ons vandaag in de loop van de morgen toe gezonden en ik heb mij beijverd om u, zoals het re glement van orde dat voorschrijft, van de tekst van die interpellatie in kennis te stellen. Het is een interpellatie van de heer Crul, die mij persoonlijk door mevrouw Stutterheim is overhandigd. Ik meen te mogen aannemen dat u van de tekst van die interpel latie volledig op de hoogte bent. Vervolgens is u zojuist een tweede interpella tie uitgereikt en wel een interpellatie van de heer Garritsen. Ik meen er goed aan te doen hierover geen ver dere explicatie te geven. Ik wijs u op artikel 22 van het reglement van orde, waarin het recht van interpellatie is omschreven. In ieder geval zal door uw raad moeten worden gedecideerd of u toe stemming wilt verlenen voor het houden van deze in terpellaties. Dat is de eerste vraag waarvoor wij staan De heer EISSENS: Het lijkt mij verschrikkelijk moeilijk hierover te decideren. Het reglement voor ziet inderdaad in de mogelijkheid tot het houden van een interpellatie, maar gelet op het feit dat wij ons opgewekt en gezwind naar deze zaal begaven om 56 agendapunten te gaan behandelen en pas "een halfuur voor twaalf" met deze interpellatieverzoe ken werden geconfronteerd, zult u zich kunnen voor stellen dat wij er behoefte aan hebben in eigen kring uitvoerig stil te staan bij de vraag hoe wij ons in dezen zullen opstellen. Ik wil u verzoeken ons daarvoor in ieder geval de gelegenheid te geven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1092