13 SEPTEMBER 1979
1097
de politie en die van de heer Garritsen met elkaar
te confronteren. Zoals in de op 3 september gehou
den vergadering van de commissie algemene zaken na
een kort ordedebat was afgesproken zou aan de hand
van de resultaten van het overleg in de commissie
openbare orde worden bezien of er dan nog behoefte
zou bestaan aan een interpellatie in de gemeente
raad
Toen in de vergadering van de commissie open
bare orde bleek dat deze vergadering zoals gebrui
kelijk een besloten karakter zou hebben, wat voor
niemand een verrassing kan zijn geweest, heeft de
heer Garritsen, omdat de vergaderorde niet aan zijn
wensen werd aangepast, uit protest de vergadering
verlaten met in zijn kielzog de heer Crul.
De heer CRUL: Ik geloof niet dat het precies
zo is gebeurd als u het nu doet voorkomen. In ieder
geval liep ik niet in het kielzog van de heer Gar
ritsen, want ik liep voorop.
De heer TAKS: U liep in elk geval hand in hand.
Toen waren de beide heren nog eensgezind, maar nu
trachten zij elkaar de loef af te steken met hun
interpellatieverzoeken
De heren Garritsen en Crul hebben door zich
aan de werkzaamheden van de commissie te onttrek
ken de door hen zelf beoogde confrontatie van de
beide lezingen onmogelijk gemaakt. Na de theatrale
aftocht van de heren Garritsen en Crul uit de com
missievergadering is afgesproken dat de commissie
op 2 oktober aanstaande wederom in vergadering bij
een zal komen om over deze kwestie te beraadslagen
en een advies uit te brengen. Thans zijn wij nog in
afwachting van die vergadering van de commissie
openbare ordeen daarom zou een vandaag te houden
interpellatie naar onze mening een doorkruising be
tekenen van het nog in gang zijnde overleg tussen
burgemeester en commissie. Daarmee is naar onze op
vatting geen enkel redelijk doel gediend. Bovendien
geeft het optreden van de heren Garritsen en Crul