1098 13 SEPTEMBER 1979 in de vergadering van de commissie openbare orde ons niet het vertrouwen dat zij van een in deze raadsvergadering te houden interpellatie een pru dent gebruik zullen maken. Om de beide zojuist genoemde redenen zullen wij tegen het interpellatieverzoek stemmen. Het zou naar onze mening van wijsheid getuigen als de in- terpellatieverzoeken nu zouden worden ingetrokken en de heren Garritsen en Crul zich loyaal zouden schikken naar de democratische spelregels, door op 2 oktober aanstaande hun bijdrage te leveren aan het werk van de commissie openbare orde. Door in die commissie zitting te nemen hebben zij ook de spelregels van deze commissie geaccepteerd. Daarmee zou de door hun toedoen in gang gezette procedure op een behoorlijke wijze worden afgerond, terwijl ook de indruk wordt weggenomen dat de interpella tie niet in de eerste plaats het politiebeleid be treft, maar dat zij wordt gebruikt om andere poli tieke doeleinden te dienen. Als er na de commissie vergadering van 2 oktober, waaraan volgens onze op vatting dient te worden deelgenomen door de heren Crul en Garritsen, bij deze heren nog vragen zijn overgebleven, kunnen zij in de raadsvergadering van 11 oktober aanstaande opnieuw een interpella tieverzoek indienen. De V.V.D-fractie zal zich daartegen dan niet verzetten. (Rumoer op de publieke tribune.) De VOORZITTER: Ik wil degenen die ons bezoeken en die ons zeer welkom zijn, zoals zij weten, ver zoeken ons gewoon te laten vergaderen. Het zou wat vervelend zijn als dat niet mogelijk zou zijn. Ik ben ervan overtuigd dat u daaraan wilt meewerken. De heer CRUL: Ik heb met stomme verbazing ge luisterd naar hetgeen de heren Eissens en Taks in het midden hebben gebracht. Vooral van de heer Taks viel het mij tegen, gelet op uitspraken die hij eerder in vergaderingen heeft gedaan. Dat geldt ook

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1098