13 SEPTEMBER 1979 1105 De heer GARRITSEN: Dat heb ik inmiddels wel begrepen, maar het gaat er mij nu met name om dat er indertijd openingen zijn geboden voor het in het openbaar vergaderen. De heer Taks stelt nu dat van onze kant het voorstel kwam om dit punt op de agen da van de commissie openbare orde te plaatsen, maar een dergelijk voorstel is niet van mijn kant geko men. Dat is alleen gebeurd, omdat het formeel niet juist was deze kwestie in de commissie algemene za ken te behandelen. De heer TAKS: Men wilde deze kwestie in com missieverband bespreken. De commissie algemene za ken was niet bevoegd die zaak te behandelen, zodat alleen de mogelijkheid van behandeling in de com missie openbare orde overbleef; het is heel simpel. De heer GARRITSENVoor de heer Taks ligt dit misschien heel simpel, maar ik heb het nu over de toezeggingen welke indertijd zijn gedaan en die in hielden dat over het in openbaarheid vergaderen van de commissie openbare orde viel te praten. In de commissie algemene zaken is uitvoerig gepraat over de vraag of deze kwestie in de commissie openbare orde in openbaarheid zou dienen te worden besproken en de voorzitter heeft daarbij gezegd dat dit voor hem geen kwestie was waarover hij zo maar even een beslissing zou nemen. Hij gaf aan dat dat zijn stijl van werken niet was en dat hij eerst overleg wilde plegen met de commissie openbare orde, omdat ook het advies van die commissie belangrijk was. Ik meende op grond daarvan dat er werkelijk reële mogelijkheden waren om deze kwestie in de commissie openbare orde in het openbaar te bespreken. Wie mijn vragen goed heeft begrepen zal weten dat ik juist wilde bereiken dat een en ander in het open baar aan de orde zou komen. Mijn hele opstelling, zowel met betrekking tot het stellen van vragen ex artikel 40 als met betrekking tot het behandelen in de commissie, ging daarvan uit. Als openbare be handeling niet mogelijk is heb ik er geen enkele

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1105