1106
13 SEPTEMBER 1979
behoefte aan dat dit punt voor de vergadering van
de commissie openbare orde op de agenda wordt ge
plaatst en vandaar ook dat ik die vergadering heb
verlaten. Velen, onder wie ook ik, zijn van mening
dat er naar aanleiding van mijn vragen onjuiste
voorstellingen van zaken zijn gegeven. Ik wens dat
dat recht wordt gezet en daarover wil ik discussi
eren, maar ik wens dat niet in beslotenheid te doen,
want ik krijg dan ook niet de gelegenheid overleg
te plegen met degenen die bij de gebeurtenissen
aanwezig waren. Ik heb er dus geen behoefte aan in
formatie aan te horen waarmee ik niets kan doen,
en waardoor deze kwestie eigenlijk in de doofpot
wordt gestopt. De enige mogelijkheid die mijns in
ziens nog open staat is het aan de orde stellen van
deze zaak in de gemeenteraad. De heer Taks heeft
gesteld dat in brede lagen van de bevolking hier
over in het geheel geen discussie op gang is geko
men, maar ik vraag mij af hoe de heer Taks dat kan
taxeren. Het optreden van de politie was naar mijn
mening zodanig dat het ter discussie moet worden
gesteld en ik acht het alleszins noodzakelijk dat
dat hier gebeurt. Voor mij is dan niet de vraag het
belangrijkst of wel of niet in brede lagen over dat
optreden wordt gediscussieerd. Het gaat er mij om
ik neem aan dat de voorzitter mij daarin zal
bijvallen dat de politie op een normale en ge
oorloofde wijze dient op te treden en naar mijn me
ning schortte het daaraan. Ik ben derhalve van oor
deel dat deze kwestie in de openbaarheid zal moeten
worden behandeld en in dit geval betekent dat dat
zij voor het forum, de gemeenteraad, zal moeten
worden gebracht. Eigenlijk vind ik het wat merk
waardig dat u, mijnheer de voorzitter, ertoe bereid
bent hier een toelichting te geven en verantwoor
ding af te leggen, maar dat u dat onmogelijk wordt
gemaakt door de V.V.D. en het C.D.A. Ik vind dat
een bijzonder vreemde gang van zaken.
Mevrouw SAELMAN-BOELEN: Zoals u uit onze brief
al zult hebben begrepen willen wij in dezen beslist