13 SEPTEMBER 1979 1109 beslissing moet nemen en ik vind het vreemd dat u thans niet wat uitvoeriger daarop ingaat. U hebt opgemerkt dat artikel 129 van de Gemeentewet be doelt te zeggen dat uitsluitend in de raad verant woording dient te worden afgelegd. Dat is juist, maar in de commissie algemene zaken hebt u gezegd dat in de commissie openbare orde over deze kwestie zou kunnen worden gepraat, hetgeen wellicht tot ge volg zal hebben dat er toch nog een verzoek tot het houden van een interpellatie zal worden ingediend. U hebt ook uitdrukkelijk gesteld dat u daarmee dan geen moeite zou hebbenIk vind het dan ook wat moeilijk te verkroppen dat u zich nu zozeer in uw reactie hebt beperkt. Ik wil ook nog even ingaan op wat van de zijde van C.D.A. en V.V.D. en ook door u is gezegd over het feit dat wij een deel van de vergadering van de commissie openbare orde niet hebben bijgewoond, want ik vind de wijze waarop men daar nu over praat eigenlijk niet netjes. In de vergadering van de commissie algemene zaken was toch wel enigszins de verwachting gewekt dat een openbare discussie in de commissie openbare orde tot de mogelijkheden zou behoren en in de commissie openbare orde bleek dat dit in wezen ook door de meerderheid werd onder schreven. U hebt toen geweigerd de vergadering open baar te verklaren en uiteraard hebt u daartoe het recht, maar u hebt ook zeker driemaal gezegd dat wanneer leden van de commissie op grond van de ont stane situatie van mening waren dat zij de commis sievergadering verder niet konden bijwonen u die vergadering niet zou laten doorgaan; u meende dat die vergadering dan geen zin zou hebben. U stond dus niet toe dat er in openbaarheid zou worden ver gaderd De heer TAKS: Dat hield toch voor u en de heer Garritsen geen uitnodiging in om weg te lopen? De heer CRUL: Hoewel hij dat niet deed, zei de voorzitter in wezen toch wel dat de vergadering

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1109