13 SEPTEMBER 1979
1111
de richting van de heer Eissens pleit ik dan ook
voor het geven van toestemming voor het houden van
een interpellatie.
De heer EISSENS: Ik wil wel even reageren op
de vraag die de heer Crul in mijn richting heeft
gesteld. De voorzitter heeft bepaalde informaties
verstrekt en op een gegeven moment vroeg mevrouw
Saelman of het niet goed zou zijn ook naar anderen
te luisteren. Vermoedelijk mede naar aanleiding
daarvan stelde de voorzitter voor de door hem ver
strekte informatie eerst eens rustig op een rijtje
te zetten en na te gaan of wij daaromtrent nog op-
of aanmerkingen zouden willen maken. Hij gaf ons
daarvoor de gelegenheid en stelde verdere behande
ling uit tot een volgende vergadering, waarbij dan
wellicht alle commissieleden aanwezig zouden kunnen
zijn. Ik zou het bijzonder onheus en onhoffelijk
vinden om nu al vragen te gaan stellen met betrek
king tot de informatie die in de commissie is ver
strekt, terwijl de voorzitter de gelegenheid heeft
geboden om op 2 oktober desgewenst nader op deze
zaak in te gaan.
De heer CRUL: Ik neem toch aan dat de vergade
ring op 2 oktober opnieuw besloten zal zijn.
De heer EISSENS: Als het aan mij ligt zal dat
opnieuw een besloten vergadering zijn.
Mevrouw SAELMAN-BOELENIk heb u voorgesteld
een bepaalde stap te doen om uit de impasse te ra
ken, maar u bent daarop niet ingegaan. Ik verzoek
u dat alsnog te doen.
De heer GARRITSEN: Ik blijf van mening dat de
ze kwestie niet in de commissie openbare orde dient
te worden afgehandeld. Door in deze commissie zit
ting te nemen heb ik er mij in wezen ook mee ak
koord verklaard dat zij in principe in beslotenheid
vergadert, maar deze zaak had ik nadrukkelijk niet