13 SEPTEMBER 1979 1113 informaties welke in de vergadering worden ver strekt. Eventueel kan daarna dan nog in besloten heid het een en ander worden besproken, daarover kan dan altijd worden gepraat, maar mijns inziens dient de informatieverschaffing niet in besloten heid plaats te vinden, want daardoor hebben wij bij wijze van spreken een informatie-voorsprong op de genen die niet aanwezig waren. Ook naar de raad toe vind ik deze gang van zaken merkwaardig, want de leden van de commissie openbare orde zijn soms min of meer toevallig in die commissie terecht ge komen en mijns inziens mag het niet zo zijn dat de ze commissie uitmaakt of bepaalde zaken wel of niet in de raad aan de orde moeten komen. De commissie openbare orde heeft die taak helemaal niet en zij dient alleen advies uit te brengen in de richting van de burgemeester, maar niet in de richting van de gemeenteraad. De heer Crul heeft er al op gewe zen dat in de commissie algemene zaken de heer Eissens uitdrukkelijk aangaf dat hij er geen enkele moeite mee zou hebben als deze kwestie in de raad aan de orde zou worden gesteld en ik denk dat zij daarvoor ook voldoende belangrijk is. De heer EISSENS: Ik heb nooit gezegd dat het houden van een interpellatie in de raad de enige mogelijkheid zou zijn. De heer Garritsen heeft het over "in de doofpot stoppen", maar denkt u nu heus dat wijwanneer wij zouden vermoeden dat de poli tie slecht is opgetreden en de burgemeester als hoofd van de politie zijn taak niet goed heeft ver vuld, dat in de doofpot hadden willen stoppen? Als wij dergelijke vermoedens zouden hebben, zouden wij die hier ook volledig willen uitpraten, maar op dit moment zijn alle informaties nog niet binnen. De heer GARRITSEN: Als wij nu nog de boer op moeten om informaties te verzamelen, die dan ver moedelijk weer in een besloten vergadering moeten worden besproken, en daarna opnieuw moeten bekijken of een interpellatie noodzakelijk is, wordt er

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1113