13 SEPTEMBER 1979 1141 De heer KAMMERAATIn het stuk komt naar voren dat het Enwa-bedrijf een winst heeft gemaakt van 5,5 miljoen. Als je dat leest is je eerste reac tie dat dat gelukkig is te noemen, omdat daaruit blijkt dat er sprake moet zijn van een goed draai end bedrijf dat goed zal worden gerund, maar in de tweede plaats vraag je je af of zo'n winst wel no dig is daar het gaat om een openbaar nutsbedrijf. Op zichzelf is zij voor de continuïteit van een dergelijk bedrijf niet nodig, maar in dit geval is er iets bijzonders aan de hand. De meeste winst komt van het gas en voor het gas geldt een vaste prijs die door de landelijke overheid wordt vastge steld. Zij heeft daarmee een bepaalde bedoeling en wel om de prijzen van de verschillende bronnen van energie niet te ver uit elkaar te laten lopen; in dit verband wordt de term "oliepariteit" gehanteerd. Wij zullen daar het volgend jaar nog wel het een en ander van merken, wanneer de m3-prijs met vier cent wordt verhoogd. Die winst wordt dus gemaakt, zonder dat wij daar veel aan kunnen doen. Voor wat betreft de elektriciteit ligt dat anders, maar daarvoor worden in Breda zodanige tarieven vastge steld dat daarop geen winst wordt gemaakt. In de commissie heb ik gevraagd of ons eens een indruk kon worden gegeven van de winsten die in andere Brabantse steden bij de energiebedrijven worden ge maakt. Uit de gegevens die wij ontvingen blijkt on der andere dat in Tilburg bijna 8 miljoen, in Eindhoven 11 miljoen en in s-Hertogenbosch 9 miljoen winst wordt gemaakt. Misschien is het interessant ook nog een echte grote stad te noemen, namelijk Rotterdam, waar 66 miljoen winst wordt gemaakt. Overigens is het van belang er met betrek king tot de winstprognose rekening mee te houden dat het niet volstrekt zeker is dat tot 1983 deze lijn zich zal voortzetten. De mogelijkheid zit er in dat de winst zal dalen en het ingestelde winst egalisatiefonds zelfs wel eens moet worden aange sproken. Het is mogelijk dat bij structurele wijzi gingen zal moeten worden bijgesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1141