1148 13 SEPTEMBER 1979 Ik ben er verder gelukkig mee dat wij het geld dat over is zo veel mogelijk binnen het eigen be drijf voor goede doeleinden kunnen gebruiken. Het voorstel als zodanig heeft onze instemming en op de motie kom ik dadelijk nog terug. De heer DE BROUWER: Het zal vermoedelijk geen bevreemding bij u wekken dat onze fractie met het preadvies niet akkoord kan gaan. Wij begrijpen best dat een bedrijf een gevuld winstegalisatiefonds no de kan missen, teneinde mogelijke bedrijfsrisico's te kunnen opvangen. De overwinsten moeten naar on ze mening niet naar de algemene dienst vloeien, doch worden aangewend om schade aan het milieu, waarmee onttrekking van water en gas nu eenmaal ge paard gaat, teniet te doen. De overwinst dient naar ons oordeel te worden gestort in een fonds waaruit allerlei voorzieningen tot behoud en ter bescherming van een schoon milieu worden bekostigd. Wij denken daarbij onder andere aan de aanstelling van milieu-ambtenaren, het geven van gemeentelijke subsidies voor woningisolatie en de sanering van milieu-hinderlijke bedrijven in de woonomgeving. De heren Kammeraat en Neeb koesteren weliswaar be denkingen tegen de vorming van een nieuw fonds, maar ik weet niet of zij hun bezwaren zullen hand haven als zij zich realiseren dat het gemeentebe stuur ruim 45 fondsen onder allerlei benamingen on der beheer heeft, zodat dit er heus nog wel bij kan. De heer NEEB: We zullen toch wel ergens een grens moeten trekken. De heer DE BROUWER: Ik denk dat de heer Neeb toch ook niet hard kan maken dat die grens bij een aantal van 45 dient te liggen en niet bij een aan tal van 46. Er is ons een nota-energiebesparing in het vooruitzicht gesteld, welke nota wordt voorbereid door een voornamelijk uit ambtenaren bestaande

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1148