1156 13 SEPTEMBER 1979 verleden hebben wij wel eens over een fonds volks huisvesting gepraat en toen was niet alleen de Par tij van de Arbeid, maar ook de wethouder van open bare werken van mening dat de stichting van een fonds volkshuisvesting geen slechte zaak was. Het leek hem echter niet mogelijk daartoe over te gaan, omdat hij niet wist waar hij het geld daarvoor van daan zou moeten halen; hij stelde dat tijdens de binnenstads-discussies. Wij hebben thans zes ton liggen en er wordt voorgesteld die voor extra af schrijvingen te gebruiken. Op zichzelf is dat geen slechte besteding, maar in het kader van een poli tieke prioriteitenstelling kun je ook besluiten dat geld ten behoeve van de volkshuisvesting te be nutten De heer KAMMERAAT: Graag wil ik de wethouders danken voor hun toelichting. Er zijn verschillende maatregelen genoemd, maar ik geloof niet dat wij nu moeten vaststellen welke maatregelen moeten wor den getroffen. Het is alleen noodzakelijk dat snel een aanzet tot het treffen van maatregelen wordt gegeven. Ik heb begrepen dat de ambtelijke werk groep nu eindelijk is samengesteld; wij mogen toch wel stellen dat dat erg lang heeft geduurd. Onze motie is bedoeld als een por in de rug om te berei ken dat zo snel mogelijk tot zaken wordt gekomen. Wethouder BROEDERS: Ik denk dat voor wat be treft de extra afschrijvingen moet worden uitge gaan van de afschrijvingsverordening die door de raad is vastgesteld. Deze behelst een zeer uitvoe rige omschrijving van de afschrijvingen, waarbij het kernpunt is dat wordt afgeschreven op basis van de technisch-economische levensduur van de ver schillende objecten, waarvan er vele binnen de ge meente bestaan. Vervolgens is daarin de bepaling opgenomen dat hetgeen geen waarde meer heeft eigen lijk ineens moet worden afgeschreven. Teneinde enigszins het effect te bereiken waarvoor de heer Van de Steenoven pleit hebben wij besloten niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1156