116 15 FEBRUARI 1979 18. Bijlage nr. 43. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS OM AAN DE BRABANTSE WINDHONDENRENVERENIGING EEN PER CEEL GROND IN ERFPACHT UIT TE GEVEN T.B.V. DE BOUW VAN EEN KANTINE EN TOT HET GARANDEREN VAN DE BETALING VAN RENTE EN AFLOSSING VAN DE DOOR DE BRABANTSE WINDHONDENRENVERENIGING TE SLUI TEN GELDLENING T.B.V. BOUW VAN EEN KANTINE (W) De heer DE BROUWER: De Brabantse Windhonden- renvereniging is naar onze mening een organisatie met een bovenplaatselijk karakter, maar burgemees ter en wethouders stellen voor deze subsidie te verlenen als ware het een plaatselijke sportvere niging. Op 17 januari jl. hebben burgemeester en wethouders besloten het subsidieverzoek van de Stichting Adviesbureau voor Kinderbeschermingscon flicten te Breda niet te honoreren vanwege het vermeende bovenplaatselijke karakter van deze stichting. Om dezelfde reden is de Algemene Neder landse Invalidebondafdeling Breda, de gevraagde ruimte alsmede een subsidie geweigerd. Onze frac tie vraagt zich af hoe dit voorstel enerzijds en de beide bedoelde besluiten anderzijds met elkaar zijn te rijmen, bezien vanuit het oogpunt van een evenwichtig subsidiebeleid. Begrijpt u ons goed, wij gunnen de Windhondenrenvereniging best een stukje grond met een kantine, maar wij vinden dat belangrijker zaken eerst aan de beurt moeten ko men. De heer GARRITSENDe grond wordt in dit ge val wel in erfpacht uitgegeven en ik vraag mij af of dat iets heeft te maken met de hoek van het college waaruit dit voorstel komt. Voor deze wind- hondenrenbaan stelt u uitgifte van de grond in erfpacht voor, terwijl grond in andere gevallen meestal wordt verkocht. Wethouder WELSCHEN: Wat de laatste vraag be treft een heel kort antwoord. Bij alle gronduit- giften voor sportaccommodaties is het gebruikelijk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 116