13 SEPTEMBER 1979 1173 raad is gevoerd. Wij spraken toen over een college voorstel naar aanleiding van een aantal aanbevelin gen van de onderzoekscommissie Stedelijk Museum. De P.v.d.A.-fractie stemde tegen dat voorstel, om dat het college een museumassistent wilde aanstel len en wij van mening waren dat een educatief mede werker veel meer zou kunnen doen. Voor wat de be leidsadviezen betreft die toen zijn gegeven wil ik wijzen op het aspect van de concentratie en de her inrichting. Ik wil hier nu niet te diep op ingaan, omdat ik dan de indertijd al gevoerde discussie zou herhalen. Het lijkt mij daarom zinnig dat dit voor stel wordt aangehouden en ik wil daarom een beroep op de C.D.A.- en de V.V.D.-fractie doen om het voorstel van orde van de heer De Brouwer te steunen met name ook omdat de oude en de nieuwe statuten inderdaad best wel eens mogen worden bekeken. Graag hoor ik hierop een reactie Wethouder SANDBERG: Ik denk dat de heer Oomen en ik nadrukkelijk van mening verschillen over het geen in de statuten moet worden geregeld. Het prio riteit geven aan een museumassistent dan wel aan een organisatieman of een educatief medewerker re gelt men niet via de statuten, hetgeen eveneens geldt voor concentratievraagstukken. De heer OOMEN: Toen ik daarover sprak wilde ik alleen maar herinneren aan wat indertijd is be sproken Wethouder SANDBERG: De heer Oomen sprak ook over het punt van concentratie en herinrichting en ook dergelijke zaken worden niet in de statuten ge regeld Ik heb alle aanbevelingen op grond van de on derzoeksrapportage nog eens goed nagelezen. Al het geen daarin staat en betrekking heeft op het be stuurlijk functioneren is in deze statuten verwerkt De heer HENDRIKSEN: Ik zat toevallig in die

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1173