1189 11 OKTOBER 1979 ANTWOORD In antwoord op Uw verzoek aan ons college te on derzoeken of en voor hoeveel van de Vietnamese "bootvluchtelingen" de stad Breda een opvang kan bieden, brengen wij het navolgende onder Uw aan dacht. Deze opvang achten wij in eerste instantie een rijkstaak. Niettemin zijn wij van oordeel dat de gemeenten, voorzover dat in hun vermogen ligt, al le medewerking moeten verlenen aan wat het rijk in deze voornemens is te doen. Ook de gemeente Breda zal zich te gelegener tijd vanzelfsprekend in het rijksbeleid terzake voegen. VRAAG (gesteld d.d. 26-8-1979 ing. art. 40, 2e lid R.v.O. De heer Garritsen Afgelopen zaterdagavond 25 augustus is een geweld loze zitdemonstratie gehouden op de brug voor de koninklijke militaire academie. Tevens is die avond de toren van de Grote Kerk bezet. Zonder één waarschuwing vooraf is door de politie en/of marechaussee op de vrouwelijke en mannelijke demonstranten geslagen, geschopt en zijn ze aan de haren getrokken. Bij de ontruiming van de kerktoren zijn de demon stranten terwijl ze meegedeeld hadden vrijwillig mee te gaan, van de trappen geslagen. Hierbij wer den ze systematisch in de nek geslagen. Naar aanleiding van deze gebeurtenissen wil ik het college, c.q. de burgemeester de volgende vragen ex. art. 40 stellen. 1. Welke politie en/of militaire onderdelen zijn ingezet om aan de demonstraties een eind te maken? 2. Is het optreden van de "orde-handhavers", bij de K.M.A.-brug, waar zonder waarschuwing vooraf, geslagen, geschopt en aan de haren getrokken werd, onjuist en afkeurenswaardig?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1189