11 OKTOBER 1979 1190 3- Het optreden van de politie tijdens de ontrui ming van de kerktoren, is dit niet gepaard ge gaan met onnodig fysiek geweld? 4. Is het college c.q. de burgemeester bereid om over de gebeurtenissen van zaterdagavond ver antwoording af te leggen in de volgende openba re raadsvergadering of in de volgende openbare commissie-vergadering algemene zaken? Zo ja, wanneer? Zo neen, waarom niet? ANTWOORD Naar aanleiding van Uw bovenaangehaald schrijven betreffende vragen over het optreden van de Ko ninklijke Marechaussee en de gemeentepolitie op 25 augustus j.l. wil ik U allereerst mededelen, dat ik van mening ben, dat hetgeen door U "een geweldloze zitdemonstratie" en "een bezetting van de toren" wordt genoemd, in feite verstoringen van de openbare orde betekenengepaard gaande met het plegen van strafbare feiten. Naar ik verwacht en vertrouw zal het ook U duidelijk zijn, dat het een taak van de gemeentepolitie c.q. de marechaussee is om in dergelijke gevallen op de terreinen, waar hun respectievelijke bevoegdheden gelden, op te treden en aan een dergelijke onaanvaardbare situa tie een einde te maken. Wanneer daarbij geweld moet worden gebruikt, is dat uiteraard betreurens waardig. Het toepassen van geweld is echter onver mijdelijk, indien op andere wijze een normaal ver loop van de gebeurtenissen niet gegarandeerd kan worden De geldende omstandigheden in aanmerking genomen, moet ik tot de conclusie komen, dat de mate waar in geweld is toegepast alleszins redelijk genoemd mag worden. Ik meen dan ook dat het onderhavig op treden juist, voortvarend en effectief is geweest. De door U aan het college van burgemeester en wet houders gestelde vragen, beantwoord ik in mijn hoedanigheid van hoofd van de politie. 1. Op het K.M.A.-terrein is opgetreden door een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1190