1197
11 OKTOBER 1979
nu trouwens maar eens mee op, want dit zal toch
altijd wel worden gezegd; Ook hier heeft de heer
Garritsen die vier woorden weer gebruikt. Ik neem
daar kennis van, maar ik geloof dat hij niet over
"misleidende reclame" in de richting van de bewo
ners moet spreken, want daarmee wekt hij ten on
rechte de indruk dat de gemeente er op uit is via
het bureau voorlichting die optieken op de voor
grond te plaatsen waardoor je tot misleiding van
het publiek komt. Ik kan mij voorstellen dat er in
de globaliteit van de informatie dingen wegvallen;
dat is niet euvel te duiden. Wanneer de heer Gar
ritsen zegt dat hij van de invulling van het ge
bied Leuvenaarstraat/Middellaan niets afweet, moet
ik hem erop wijzen dat hij juridisch inderdaad
niets weet, maar dat hij conform de besluitvorming
van de raad van juni van dit jaar alles weet.
De heer VAN DE STEENOVEN: Voor wat de notitie
betreft moet ik de heer De Brouwer mijn excuses
aanbieden als ik min of meer zijn vragen doorkruis.
Overigens zal ik graag van de wethouder horen of
de notitie méér zal bevatten dan alleen een mede
deling over de procedure en uitsluitsel omtrent
de vraag of de commissie nu wel of niet zal worden
ingeschakeld. Naar ik hoop zal in de notitie ook
worden ingegaan op de mijns inziens veel belang
rijker vraag "wanneer is het gewenst van artikel
19 gebruik te maken en wanneer niet?". Daarbij
moeten dan niet alleen de juridische aspecten maar
ook de beleidsaspecten in beschouwing worden ge
nomen
Tot slot herhaal ik dat mijn fractie beslist
tegen het voorstel wil stemmen. Weliswaar gaat het
hier om een klein stukje grond, maar in het geval
van de Nomij is voor een veel groter terrein een
soortgelijke werkwijze gevolgd en wij vrezen, ge
zien de aankondiging, dat het zo zal doorgaan. Als
de wethouder kan mededelen dat de volgende plannen
wél volgens de normale bestemmingsplanprocedure
ter tafel zullen komen, wil ik nog wel een