11 OKTOBER 1979
1200
6. bijlage nr. 298.
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT
TOEKENNING VAN GELDELIJKE STEUN INGEVOLGE DE
WONINGWET AAN DE WONINGBOUWVERENIGING ST. JO
SEPH ALHIER, TEN BEHOEVE VAN DE STICHTING EN
DE EXPLOITATIE VAN EEN COMPLEX VAN 13 WONIN
GEN AAN DE BALFORTSTRAAT ALSMEDE TOT HET AAN
VRAGEN EN AANVAARDEN VAN GELDELIJKE STEUN UIT
'S RIJKSKAS. (D)
De heer GARRITSEN: Deze woningen stonden op
de lijst voor de een- en tweepersoonshuishoudens
vrij hoog genoteerd, maar tot mijn verbazing en
spijt zijn ze daarvan afgevoerd: men heeft er nor
male woningwetwoningen van gemaakt. Ik betreur dit
in het bijzonder omdat volgens mijn telling dit
jaar in Breda nog niet één Van Dam-eenheid is op
geleverd, Aanvankelijk had ik de indruk dat men in
dit geval toch een vrij serieus plan had om tot
Van Dam^eenheden te komen. Nu dit niet mogelijk
wordt geacht omdat de kosten te hoog zijn, denk ik
dat het erg belangrijk is in de commissie eens
over deze zaak te spreken. Ik heb namelijk het
idee dat er nog wel meer plannen vermoedelijk niet
zullen doorgaan en dat het aantal Van Dam-eenheden
niet boven het nu bereikte getal acht zal komen.
Gezien het feit dat het plan voor de Balfortstraat
waarvan je toch zou mogen verwachten dat het uit
voerbaar zou zijn, nu te duur blijkt uit te vallen
lijkt het mij zinnig te bekijken hoe we de kosten
eventueel met gemeentelijke bijdragen naar
beneden kunnen krijgen. Ik ben bang dat er, als we
zo doorgaangeen Van Dam-eenheid in Breda meer
zal worden gebouwd en ik doe dan ook een ernstig
beroep op de wethouder een discussie in de door
mij bedoelde zin in de commissie te openen.
Het onderhavige voorstel zullen we mijns in
ziens wel moeten laten doorgaan omdat de invulling
van het gebied niet kan wachten. Het gaat hier om
woningwetwoningen, een sector in de bouw die ik
een warm hart toedraagmaar afgezien daarvan zou