1201
11 OKTOBER 1979
ik voor een discussie in de commissie over de fi
nanciële haalbaarheid van huisvesting voor een- en
tweepersoonshuishoudens willen pleiten.
Wethouder VAN DUN: Ik zeg de heer Garritsen
niet toe dat er een dergelijke discussie zal ko
men. Eerlijk gezegd vind ik zijn benadering van
vanavond wat kinderachtig. Men weet dat de stuur
groep een- en tweepersoonshuishoudens de opdracht
heeft elk vrijkomend of toekomstig vrijkomend pand
in de binnenstad op de haalbaarheid van huisves
ting voor een- en tweepersoonshuishoudens te be
kijken. De heer Garritsen kent net zo goed als ik
het totale programma van ongeveer 200 a 300 in de
binnenstad te situeren woningen voor een- en twee
persoonshuishoudens. Als nu toevallig dit project
in verband met de hoge stichtingskosten niet door
gaat, moet hij niet zeggen dat hij de indruk heeft
dat er waarschijnlijk dan ook wel niet méér woon
eenheden voor een- en tweepersoonshuishoudens tot
stand zullen komen dan de beroemde acht die hij zo
vaak en zo graag heeft genoemd. Ik heb gelukkig
een beter vertrouwen en weet deswege ook nog al
tijd de ambtenaren de motiveren om de woorden van
de heer Garritsen te logenstraffen. Als zodanig
heb ik geen behoefte aan een discussie; wanneer de
heer Garritsen dat wil kan hij altijd via een an
dere weg die discussie openen. Ik geloof niet dat
het onderhavige voorstel op zichzelf zo tragisch
is.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna
overeenkomstig het voorstel van burgemeester
en wethouders besloten.
7. bijlage nr. 299.
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT
HET BESCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET VOOR
DE AANLEG VAN EEN IN- EN UITRIT TER ONTSLUI
TING VAN DE NOODLOCATIES ALSMEDE LEIDINGEN
VOOR ELEKTRA, WATER EN RIOLERING. (D)
Mevrouw STUTTERHEIM-EDELINGInhoudelijk heb