1207
11 OKTOBER 1979
is ook in de commissie maar ik wil het hier
herhalen dat het hier gaat om de mogelijkheid
tot subsidiëring door Economische Zaken. Het is
dan de vraag over welk bedrag we tegen de achter
grond van de totale onderzoekskosten ad
100.000,eigenlijk spreken. Dat kan echter op
voorhand niet worden aangegeven: het hangt af van
wat er uiteindelijk ter zake vrij incidenteel
wordt beslist. Het zou kunnen zijn dat je moge
lijkerwijs een bedrag van 20.000,gesubsidi
eerd krijgt. Vervolgens duikt het probleem op dat
het niet de gemeente is die voor het te houden
onderzoek subsidie ontvangt, maar dat het minis
terie van Economische Zaken de winkeliers subsi
dieert, die de subsidie ook moeten aanvragen. Wel
nu, wanneer voor een vrij beperkt onderzoek ten
bedrage van 100.000,de opdracht enerzijds
voor het grootste gedeelte door de gemeente en
anderzijds voor een gering gedeelte door de win
keliers wordt verstrekt, zul je daaromheen naar
onze inschatting een structuur moeten vlechten en
communicatiekanalen moeten openen waarvan de ver
taling in kosten wel eens een hoger bedrag te
zien zou kunnen geven dan het bedrag dat je aan
subsidie ontvangt. Dat is de achtergrond van het
niet gebruiken van deze mogelijkheid tot partiële
subsidiëring.
De vraagstelling van mevrouw Muntjewerff
gaat twee kanten uit. Aan het begin van mijn be
antwoording zei ik al dat ik haar bezwaren kan aan^
voelen. Ik weet dat de P.v.d.A. in het verleden
nogal wat moeite heeft gehad met de besteding van
de bijzondere reserve van 500.000,Men had
daar een afwijkende voorstelling van en het geld
komt ergens anders terecht dan men had gedacht.
Dat moge zo zijn en wellicht is het ook hier het
geval. Wat doet zich hier echter voor? Het is
duidelijk dat er bij de vaststelling van de 86
binnenstadsbesluiten ook besluitvorming over de
Boschstraat heeft plaatsgevonden. Het is ook dui
delijk dat deze "route" uiteindelijk terecht moet