11 OKTOBER 1979 1210 al de winkeliers in te schakelen, want op die ma nier zijn zij bij het onderzoek betrokken terwijl ze bovendien door subsidiëring een gedeelte van de kosten vergoed krijgen. Ik denk dat dat een betere werkwijze is dan de winkeliers straks een kant en klaar onderzoek voor te leggen waaruit de gemeente haar beleid gaat destilleren. Je moet de winke liers niet op het eind van de rit maar in een vroe ger stadium inschakelen. In verband hiermee ben ik tegen het voorstel. Mevrouw MUNTJEWERFF-VAN DEN HUL: Wij kunnen ons wel met het voorstel verenigen, maar we zouden het college willen vragen de kwestie van de BRIM eens wat verder uit te diepen, vooral met het oog op de Haagdijk, waar naar ik heb begrepen een soortgelijk onderzoek mag worden verwacht. Mis schien zou dit punt in de commissie economische zaken eens aan de orde kunnen komen. Wethouder VAN DUN: Collega Sandberg zal het mij niet euvel duiden als ik zeg dat dit punt niet in de commissie economische zaken ter sprake hoeft te komen. We kunnen het in de commissie ruimte lijke ordening bespreken, omdat de taakstelling als zodanig op het gebied van de ruimtelijke orde ning ligt. Ik wil een toezegging doen waarmee ik misschien aan de vraagstelling van mevrouw Muntje werff tegemoet kom. In de offerte die met betrek king tot dit gebeuren is uitgebracht, wordt niet alleen een onderzoek aangeboden, maar wordt ook een duidelijke specificatie aan de hand van een aantal deeltaken gegeven. Ik kan toezeggen dat we die offerte, die ik overigens vandaag al heb ge tracht te achterhalen, voor de commissie ruimte lijke ordening ter visie zullen leggen, omdat het van belang kan zijn kennis te nemen van het acti viteitenpakket dat erin tot uiting komt. Misschien vindt mevrouw Muntjewerff daarin een deel van haar vraagstelling beantwoord; zo niet, dan kom ik graag in de commissie ruimtelijke ordening op dit punt terug, We zullen in ieder geval met name ten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1210