1211
11 OKTOBER 1979
aanzien van het takenpakket de offerte voor de
commissie zichtbaar maken.
Aan het adres van de heer Garritsen wil ik
nog zeggen dat er volgens mij een misverstand in
het spel is. Als ik spreek over het voorbijgaan
aan de subsidiëring door Economische Zaken omdat
die tot een onwerkbare structuur zou leiden ik
hoop dat de heer Garritsen daarin meegaat wil
dat niet zeggen dat de winkeliers straks met een
kant en klaar plan worden geconfronteerd. Er is
tot op de dag van vandaag al een veelheid van con
tacten met de winkeliers geweest en dat gaat de
volgende week verder. De winkeliers praten gewoon
mee, maar dan niet in de verantwoordelijkheid van
opdrachtgevers maar in de verantwoordelijkheid van
betrokkenen bij het onderzoek. Het onderzoek is
niet iets dat zich buiten de winkeliers en de be
woners om voltrekt.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna
overeenkomstig het voorstel van burgemeester
en wethouders besloten, onder aantekening dat
de heer Garritsen geacht wil worden te heb^-
ben tegengestemd.
10. bijlage nr. 302.
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TCT
HET BESCHIKBAARSTELLEN VAN EEN AANVULLEND
KREDIET T.B.V. DE ADVISERING DOOR IR. W.C.A.
VAN HEESEWIJK, BUREAU VOOR RUIMTELIJKE ORDE
NING TE VUGHT VOOR 1979. (D)
De heer DE BROUWER: De overeenkomst met het
bureau voor ruimtelijke ordening Van Heesewijk is
in 1970 aangegaan, feitelijk voor vier jaren. Het
lijkt ons nodig een nieuw contract te sluiten
waarbij de werkzaamheden van het bureau opnieuw
worden omschreven, te meer omdat sinds 1970 de
capaciteit van de dienst openbare werken aanmer
kelijk is vergroot. Bovendien vinden we het vreemd
dat dit voorstel betrekking heeft op 1979, een
jaar dat al zo ver is gevorderd.