11 OKTOBER 1979
1214
iedereen zijn eigen palingkraam heeft. Dat is het
probleem van de binnenstad: de "palingkraam" van
de binnenstad is geen eigen zaak van de porte
feuillehouder, maar er is een veelheid van porte
feuilles bij betrokken. Wij willen de kosten exact
thuis brengen waar ze horen en het kost nogal eens
moeite tot een duidelijke spreiding over andere
functies te komen. Het bedrag waar het hier om
gaat is al geruime tijd bij de gemeente bekend,
maar de toerekening heeft lange onderhandelingen
gevergd. Ik kan mij voorstellen dat men dit wat
"stumperig" vindt overkomen, maar anderzijds moet
worden bedacht dat het gewoon tijd kost tot een
oplossing te komen.
Ik denk dat ik op de opmerkingen van de heer
De Brouwer al gedeeltelijk heb gereageerd. Inder
daad geldt de basisovereenkomst van 1970 nog
steeds, maar die overeenkomst is zó algemeen ge
formuleerd, dat zij telkenjare cijfermatig moet
worden vertaald in de opdrachten van dat jaar. De
capaciteit van de dienst van openbare werken, waar
over de heer De Brouwer heeft gesproken, is niet
van dien aard, dat men zonder hulp van buiten het
komende werk in de binnenstad en het aan de gang
zijnde werk in de Haagse Beemden kan doen.
Mevrouw MUNTJEWERFF-VAN DEN HUL: Met mijn op
merking over de gemeentelijke inventaris heb ik
niet bedoeld dat het bureau Van Heesewijk slecht
werk zou afleveren; ik heb best respect voor al
het werk dat door het bureau wordt verzet. De wet
houder heeft gezegd dat in 1990 misschien een
einde aan de medewerking van het bureau zal komen.
Op dat ogenblik zullen we dan twintig jaar lang
van de diensten van het bureau gebruik hebben ge
maakt en mijn fractie vindt die periode voor de
inschakeling van één extern bureau op het gebied
van stedebouw aan de lange kant. Overigens ben ik
het met de wethouder eens dat de discussie, als
we hierop verder zouden ingaan, voor de raad mis
schien te uitvoerig zou worden. Aan de andere kant