15 FEBRUARI 1979 121 want deze mededeling houdt in dat verdere discus sie zinloos is. Ik geloof ook dat wij over dit soort zaken niet te lang moeten praten. Ook in het college is sprake van een meerderheids- en minder heidsstandpunt, met betrekking waartoe ik kan mee delen dat het standpunt van de minderheid overeen komt met de opstelling van de Partij van de Ar beid. Ik moet eerlijk zeggen dat moet mij per soonlijk van het hart dat ik de opmerkingen van mevrouw Saelman buiten alle proporties vind. Waar men dit soort problemen op deze wijze in de raad aandraagt en met een voorstel als dit in competi tie brengt wil ik hierop niet verder ingaan. De vraag van de heer Van Asseldonk wordt deels bevestigend en deels ontkennend beantwoord, in dier voege dat het college heeft besloten de renovatie van de fontein te beperken tot bouwtech nische en watertechnische voorzieningen en niet meer over verlichting en dergelijke te praten. Als hij mij echter de opmerking wil ontlokken, dat het college nooit van z'n leven meer op het besluit inzake het niet aanbrengen van verlichting bij de fontein zal terugkomen dan moet ik hem toch te leurstellen. Ik hoop als Bredanaar oprecht dat er ooit nog eens een tijd zal komen waarin daartoe wel zal kunnen worden overgegaan, want het was best leuk! Vooralsnog zit het er echter gewoon niet in. Mocht dit of een volgend college met een hierop betrekking hebbend voorstel bij de raad komen dan kan dat op zijn eigen merites worden bekeken. De uitvoering van het werk zal gewoon in het kader van het E.N.W.A. en openbare werken plaats vinden, waarbij sprake zal zijn van onderhandse aanbesteding Mevrouw SAELMAN-BOELEN: Ik zou de wethouder eigenlijk willen vragen wat er aan mijn voorstel zo buiten proporties is. Dit is naar mijn mening voor de stad Breda een luxe en ik zou het een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 121