11 OKTOBER 1979 1222 plaatsen in Breda aangetoond. Ik noem in dit ver band de Ypelaar, de situatie van het winkelcen- trumpje in de Petrusstraat, de ontwikkeling van het Erasmusplein en de situatie van soortgelijke kleinschalige winkelvestigingen in Breda. We zien dat zulke vestigingen naar de donder gaan of dat er ontwikkelingen ontstaan die niemand van ons wenselijk acht. Men kan dan zeggen dat men iets liever had gewild, maar ik stel vast dat dat anno 1980 niet mogelijk is. Wij doen daar als consument en als burger gewoon niet meer aan mee en ik vind dat we nooit ofte nimmer terwille van een ideolo gie dit soort economisch niet-wenselijke toestan den in een bestemmingsplan kunnen opnemen. Als de consequentie is dat de loopafstanden naar winkelcentra groter worden, zullen we daarmee moeten leren leven, hoewel men in de commissie ruimtelijke ordening heeft kunnen horen dat de loopafstanden nog altijd beperkt blijven tot 750 m. Wanneer de burger van Breda dan zijn auto pakt, moet men dat het gemeentebestuur niet verwijten, want lui zijn we allemaal en ik denk dat luiheid niet met oneigenlijke bestemmingsplanvoorschrif ten kan worden voorkomen. Dit is mijn bezwaar te gen de opmerking dat men liever winkelvoorzienin gen in de wijk had gezien; het kan gewoon niet. Is in dit bestemmingsplan een compensatie tot stand gebracht voor andersoortige woningdifferen tiatie in andere bestemmingsplannen? Ik geloof dat je het woord "compensatie" niet mag gebruiken. De raad heeft bij de vaststelling van het structuur plan voor de Haagse Beemden een duidelijk besluit over de differentiatie genomen. We weten derhalve hoe Kievitsloop-Gageldonk, de eerste woonbuurt van 3.000 woningen, eruit zal komen te zien. Al eerder is erover gesproken dat een enigszins kunstmatige verdeling in een zestal architectentaakgebieden ertoe kan leiden dat het aantal woningwetwoningen in het ene architectentaakgebied beneden het ge middelde ligt en in het andere erboven. Als me vrouw Elie dat men "compensatie" bedoelt, heeft

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1222