1223 11 OKTOBER 1979 zij gelijk. In dat geval ben ik overigens blij met haar opmerking, want dan is er voor de P.v.d.A.-fractie naar mijn mening geen reden om tegen plannen met 25% sociale woningbouw en vóór plannen met 55% sociale woningbouw te stemmen. Wij gaan uit van het gebied als geheel en als zodanig heeft mevrouw Elie gelijk: hier is sprake van "compensatie", wij zitten op het gemiddelde en ik garandeer dat op het eind van de rit in Kievits loop/Gage ld onk minimaal 30% woningwetbouw aanwe zig zal zijn. Mevrouw Elie heeft erop gewezen dat de ver vallen premiehuurwoningen de kant uit gegaan zijn van de beschutte sfeer, de premie A-regeling. Nu is het zo dat er over zo'n plan vele discussies plaatsvinden, waarin je het geheel continu moet doorlichten op redelijke huren, een rendabele ex ploitatie en de mogelijkheden van bouw. Tegen die achtergrond ben ik al blij dat we de bewuste wo ningen niet naar de vrije sector hebben hoeven te draineren, maar dat we, conform een motie die eer der in deze raad is aangenomen, het vrijkomende premiehuurgedeelte in de richting van de gesubsi dieerde bouw hebben kunnen leiden. Het hoeven wat mij betreft niet altijd woningwetwoningen te zijn; ook woningbouw in de beschutte sfeer is een erg goede zaak. Ook hier kan men aan de woningwetsec tor de voorkeur boven de beschutte sfeer geven, maar ik moet dan wijzen op de strapatsen die we gezamenlijk moeten uithalen om tot een redelijke prij ssetting van woningwetwoningenpremiekoopwo— ningen en andersoortige woningen te komen. Wij hebben niet de vrijheid om het "liever willen" ook altijd in het "liever doen" te vertalen; dat is mijn probleem. Vervolgens iets over de inspraak. Ik denk dat mevrouw Elie tenzij ik haar verkeerd heb begre pen mijn uitspraken in de commissie niet juist heeft geciteerd. Ik heb haar niet gegarandeerd dat bij elk volgend plandeel de inspraak beter tot uiting zal komen dan in het verleden. Overigens

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1223