11 OKTOBER 1979 1232 P.v.d.A. de woningdifferentiatie niet naar genoe gen vindt, te meer daar het percentage sociale woningbouw verder boven de 30 uitstijgt. Persoon lijk acht ik de houding van de P.v.d.A.-fractie in strijd met eerdere besluitvorming van die frac tie over plannen met een hoger... De heer VAN DE STEENOVEN: Ik vind dat de wet houder nu weer aan de hand van één zin, uitgespro ken door mevrouw Elie, een heel eind gaat inter preteren. Interpreteren blijkt altijd weer moei lijk te zijn: dat hebben we al eerder in deze ge meenteraad ervaren. Wethouder VAN DUN: Ook op andere plaatsen! De heer VAN DE STEENOVEN: De wethouder heeft in het begin van deze avond gezegd dat er altijd verschillen bestaan tussen wat je als ideaal stelt en wat er in de praktijk naar voren komt. Mogen wij dan asjeblieft ook zeggen dat wat hier naar voren wordt gebracht weliswaar een verbetering inhoudt mevrouw Elie heeft dat in eerste in stantie betoogd maar dat het nog ver afstaat van ons ideaal omtrent woningdifferentiatie? De heer VAN ASSELDONK: Spreekt de heer Van de Steenoven nu namens de gehele P.v.d.A.-fractie, die eerder vanavond bij agendapunt 5 heeft tegen gestemd, of alleen namens de leden van de P.v.d.A.- fractie aan deze kant van de tafel? Zojuist meen de ik namelijk van de heer Van Dun opwekkende ge luiden te horen over het standpunt van de leden van de P.v.d.A.-fractie achter de collegetafel. De heer VAN DE STEENOVEN: Hierop reagerend zou ik hetzelfde willen zeggen als de heer Van Dun: de heer Van Asseldonk stelt deze vraag te vroeg. Hij moet maar even afwachten wat er straks ge beurt. De VOORZITTER: Dat is allemaal heel duidelijk! Nu vervolgt de heer Van Dun zijn betoog.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1232